Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 3.14.2 Subsidieverstrekking
Geldend
Geldend van 19-12-2014 tot 01-07-2025
- Bronpublicatie:
16-12-2014, Stcrt. 2014, 36156 (uitgifte: 18-12-2014, regelingnummer: WJZ/14186157)
- Inwerkingtreding
19-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2014, Stcrt. 2014, 36156 (uitgifte: 18-12-2014, regelingnummer: WJZ/14186157)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een financier voor het afgeven van een bankgarantie.
2.
De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een garantstelling aan een financier voor de terugbetaling van een vordering die een financier op een ondernemer krijgt uit hoofde van een betaling onder een bankgarantie die een financier op grond van een overeenkomst ten laste van een ondernemer heeft afgegeven voor de duur van minimaal zes maanden en maximaal 8 jaar.
3.
In afwijking van het tweede lid kan, indien een bankgarantie geen vaste looptijd heeft en het inroepen daarvan afhankelijk is van het zich voordoen van een bepaalde gebeurtenis, een financier een bankgarantie onder de garantstelling brengen onder de voorwaarde dat de gebeurtenis bij het aangaan van de bankgarantie zich naar verwachting niet meer dan 7 jaar na het afsluiten van de bankgarantiefaciliteit voordoet en dat de begunstigde een provincie, gemeente, openbaar lichaam als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen of een dienst, instelling of bedrijf van de rijksoverheid is.
4.
De garantstelling heeft slechts betrekking op bankgaranties die worden afgegeven nadat de minister desgevraagd een bankgarantiefaciliteit heeft goedgekeurd en voor zover deze faciliteit toereikend en geldig is.