Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.1035 (externe veiligheid: hoeveelheden in bewaarplaatsen en bufferbewaarplaatsen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Met het oog op het waarborgen van de veiligheid zijn op een locatie voor het opslaan van ten hoogste 10.000 kg vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik:
- a.
ten hoogste twee bewaarplaatsen en twee bufferbewaarplaatsen voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik aanwezig; en
- b.
in een bufferbewaarplaats voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik ten hoogste 2.000 kg vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik aanwezig.
2.
Op een locatie voor het opslaan van meer dan 10.000 kg vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik:
- a.
is in een bewaarplaats voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik ten hoogste 50.000 kg aan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik in verpakking aanwezig;
- b.
zijn ten hoogste twee bufferbewaarplaatsen voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik; en
- c.
is in een bufferbewaarplaats voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik ten hoogste 5.000 kg aan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik aanwezig.
3.
Op een locatie voor het opslaan van vuurwerk van categorie F4 is ten hoogste 6.000 kg NEM aanwezig.
4.
Voor het bepalen van het gewicht van vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik in:
- a.
een bufferbewaarplaats als bedoeld in het eerste lid, onder b, en het tweede lid, onder c, wordt uitgegaan van het vuurwerk en de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik met omhulsel en verpakking, maar zonder de transportverpakking, bedoeld in de ADR; en
- b.
een bewaarplaats als bedoeld in het tweede lid, onder a, wordt uitgegaan van het vuurwerk en de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik met omhulsel en verpakking en met de transportverpakking, bedoeld in de ADR.
5.
Op een locatie als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt alleen vuurwerk opgeslagen dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.