AB 2021/144
Wanneer beleidsregels stipuleren dat een in beginsel algemeen gebruikelijk te achten voorziening op individuele gronden eventueel toch niet als algemeen gebruikelijk hoeft te worden beschouwd, dan is dergelijk beleid te beschouwen als buitenwettelijk begunstigend beleid, met de bijbehorende terughoudende rechterlijke toetsing.
CRvB 27-01-2021, ECLI:NL:CRVB:2021:160, m.nt. C.W.C.A. Bruggeman
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
27 januari 2021
- Magistraten
Mrs. L.M. Tobé, D.S. de Vries, D. Hardonk-Prins
- Zaaknummer
19/391 WMO15
- Noot
C.W.C.A. Bruggeman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS265953:1
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Individuele voorzieningen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2021:160, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 27‑01‑2021
- Wetingang
Art. 2.3.5 lid 3 Wmo 2015
Essentie
Wanneer beleidsregels stipuleren dat een in beginsel algemeen gebruikelijk te achten voorziening op individuele gronden eventueel toch niet als algemeen gebruikelijk hoeft te worden beschouwd, dan is dergelijk beleid te beschouwen als buitenwettelijk begunstigend beleid, met de bijbehorende terughoudende rechterlijke toetsing.
Samenvatting
De Raad maakt uit artikel 1.3 van de Beleidsregels op dat het college ervoor heeft gekozen om niet enkel aan de hand van het onder 4.5 beschreven toetsingskader te beoordelen of de door appellante aangevraagde voorziening als algemeen gebruikelijk kan worden aangemerkt. Het college beoordeelt immers daarnaast of een (in beginsel) algemeen gebruikelijke voorziening dit ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.