Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 1433
Beroep op onrechtmatige aanhouding geen verweer cfm art. 359a Sv.
HR 24-11-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ3252
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 november 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
07/11320
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BJ3252
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ3252, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑11‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ3252, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑07‑2009
- Wetingang
Sv art. 359a
Essentie
‘s Hofs uitleg van het beroep op de onrechtmatige aanhouding van verdachte als een beroep op een vormverzuim m.b.t. de toepassing van vrijheidsbenemende dwangmiddelen dat aan de R-C kon worden voorgelegd en wegens het gesloten stelsel van rechtsmiddelen ter terechtzitting niet meer aan de orde kon komen, is niet onbegrijpelijk: de processen-verbaal van de zittingen in hoger beroep en de pleitnota houden niets in omtrent voormeld verweer en dus ook niet een duidelijk en gemotiveerd betoog waarin aan de hand van de factoren van art. 359a lid 2 Sv is aangegeven waarom strafvermindering zou moeten worden toegepast. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.