BA 2019/198
Toepassing van het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht, drie stappen: 1) is er een toezegging?, 2) is deze toerekenbaar?, en 3) welke belangen wegen mee?
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
29 mei 2019
- Zaaknummer
201802496/1/A1
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Omgevingsrecht / Algemeen
Rechtswetenschap / Rechtstheorie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Bestuursrecht algemeen / Voorbereiding
Staatsrecht / Rechtspraak
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:1694, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 29‑05‑2019
- Wetingang
Art. 3:2 en 8:12a Algemene wet bestuursrecht (Awb); art. 2:1 lid 1 en 2:3a lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Essentie
Toepassing van het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht, drie stappen: 1) is er een toezegging?, 2) is deze toerekenbaar?, en 3) welke belangen wegen mee?
Samenvatting
Ten behoeve van de rechtsontwikkeling heeft de voorzitter van de Afdeling aan de staatsraad advocaat-generaal gevraagd om een conclusie te nemen en in te gaan op de toepassing van het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht. De staatsraad advocaat-generaal heeft op 20 maart 2019 een conclusie genomen. Bij de beoordeling van een beroep op het vertrouwensbeginsel moeten, zoals ook de staatsraad advocaat-generaal in zijn conclusie toelicht, drie stappen worden doorlopen. De eerste is de juridische ...