NJB 2024/571
Omzetbelasting. Terrein met restant van bebouwing. Bouwterrein.
HR 09-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:216
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 februari 2024
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Fierstra, Faase, Cools
- Zaaknummer
21/02407
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:216, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2022:9, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑01‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:7, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑01‑2022
- Wetingang
(Art. 11 Wet OB 1968)
Essentie
Omzetbelasting. Terrein met restant van bebouwing. Bouwterrein.
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘Bouwterrein
4.1
Middel I is gericht tegen de (…) oordelen van het hof. Onder verwijzing naar rechtsoverweging 2.4.2 van het arrest van de Hoge Raad van 5 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1866 (hierna: het arrest van 5 oktober 2018), stelt het middel voorop dat aan de hand van de feiten en omstandigheden moet worden bepaald of de door belanghebbende verrichte levering een bestaand gebouw tot voorwerp heeft dan wel een bouwterrein. Voor de beantwoording van de vraag wat het voorwerp van de onderhavige levering is, neemt het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.