Einde inhoudsopgave
Waterwet
Artikel 7.10 [Heffing van de verontreinigingsheffing rijkswateren]
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2009
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met vernummering van de artikelen in 1.1 t/m 10.6, bijlage I, IA en II. Voorheen art. 7.7. Oorspronkelijk art. 7.10 vernummerd tot art. 7.13.
- Bronpublicatie:
20-11-2009, Stb. 2009, 490 (uitgifte: 25-11-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
09-11-2009, Stb. 2009, 489 (uitgifte: 24-11-2009, kamerstukken: 31858)
29-01-2009, Stb. 2009, 107 (uitgifte: 12-03-2009, kamerstukken: 30818)
- Inwerkingtreding
22-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2009, Stb. 2009, 490 (uitgifte: 25-11-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
10-12-2009, Stb. 2009, 549 (uitgifte: 18-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
10-12-2009, Stb. 2009, 549 (uitgifte: 18-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Milieubelastingen (V)
Openbare orde en veiligheid / Rampvoorbereiding
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De verontreinigingsheffing ter zake van lozen op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk wordt door Onze Minister bij wege van aanslag geheven. De heffing wordt geheven over het kalenderjaar.
2.
Onverminderd het overigens in deze paragraaf bepaalde, wordt de in het eerste lid bedoelde heffing geheven met overeenkomstige toepassing van de Algemene wet, met uitzondering van de artikelen 2, vierde lid, 37 tot en met 39, 47a, 48, 52, 53, 54, 76, 80, tweede, derde en vierde lid, 82, 84, 86 en 87 van die wet.
3.
Voor de toepassing van de Algemene wet treedt Onze Minister in de plaats van Onze Minister van Financiën.
4.
Voorts treden voor de toepassing van de Algemene wet de daartoe bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaar of ambtenaren in de plaats van het bestuur van 's Rijksbelastingen en van de inspecteur, onderscheidenlijk van de ambtenaren van de rijksbelastingdienst.
5.
Van een besluit als bedoeld in het vierde lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.