Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 411 [Meervoudige en Enkelvoudige kamer. Verwijzing]
Geldend
Geldend vanaf 12-07-2002
- Redactionele toelichting
In zaken waarin voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijziging een dagvaarding of oproeping is betekend waardoor de zaak in hoger beroep ter terechtzitting aanhangig wordt gemaakt, blijft lid 2, onder b van toepassing zoals het luidde voor die inwerkingtreding.
- Bronpublicatie:
04-07-2002, Stb. 2002, 355 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 28215)
- Inwerkingtreding
12-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2002, Stb. 2002, 355 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 28215)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
1.
Bij het gerechtshof worden strafzaken, behoudens in de wet genoemde uitzonderingen, behandeld en beslist door een meervoudige kamer.
2.
Een zaak kan in hoger beroep door een enkelvoudige kamer worden behandeld, indien:
- a.
de zaak naar het aanvankelijk oordeel van het openbaar ministerie van eenvoudige aard is en de verdachte ter zake van hetgeen in eerste aanleg te zijnen laste is bewezen verklaard, een straf of maatregel is opgelegd, en tevens
- b.
de zaak in eerste aanleg door de kantonrechter of de politierechter is behandeld, en daarbij niet een gevangenisstraf van meer dan zes maanden is opgelegd.
3.
Indien de zaak naar het oordeel van de enkelvoudige kamer ongeschikt is voor behandeling en beslissing door de enkelvoudige kamer, verwijst zij deze naar de meervoudige kamer.
4.
De zaak wordt bij verwijzing op de bestaande telastlegging aanhangig gemaakt door aanzegging aan de verdachte, vanwege het openbaar ministerie, van de dag van de nadere terechtzitting. Op deze aanzegging zijn de artikelen 412, derde lid, en 413 van overeenkomstige toepassing. Op de behandeling voor de meervoudige kamer is artikel 377, tweede, derde en vierde lid, mede van overeenkomstige toepassing.