Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 11.99 (uitzondering op bezitsverbod voor andere dieren dan gefokte vogels en voor planten)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-12-2020, Stb. 2021, 22 (uitgifte: 21-01-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Artikel 11.96, tweede lid, geldt niet voor het onder zich hebben van:
- a.
een dood gewerveld dier, een ongewerveld dier of een plant, behorende tot een soort, genoemd in bijlage A bij de cites-basisverordening, of producten of eieren daarvan;
- b.
een levend, aantoonbaar gefokt gewerveld dier dat niet een vogel is als bedoeld in artikel 11.97, eerste lid, onder a of b, van een soort, genoemd in bijlage A bij de cites-basisverordening, of producten of eieren daarvan; of
- c.
2.
Het eerste lid geldt alleen:
- a.
als het dier of de plant:
- 1°
aantoonbaar met inachtneming van de cites-basisverordening en de cites-uitvoeringsverordening in Nederland is gebracht of verkregen en, als sprake is van een aal (Anguilla anguilla), is voldaan aan het bij of krachtens de Visserijwet 1963 bepaalde; of
- 2°
aantoonbaar in Nederland is gefokt of gekweekt en het dier ongewerveld is, of, als het een levend, gefokt gewerveld dier van een soort, genoemd in bijlage A bij de cites-basisverordening is, is voorzien van een microchiptransponder in overeenstemming met artikel 66, derde lid, van de cites-uitvoeringsverordening, tenzij Onze Minister voor Natuur en Stikstof een verklaring heeft afgegeven dat een microchiptransponder wegens lichamelijke kenmerken van de betrokken dieren aantoonbaar niet veilig kan worden aangebracht;
- b.
als is voldaan aan artikel 11.103 en desgevraagd inzage in de administratie wordt verschaft aan de met toezicht op de naleving van de wet belaste ambtenaren; en
- c.
als sprake is van een levend uit het wild afkomstig dier van een soort, genoemd in bijlage B bij de cites-basisverordening, en over dat dier een administratie wordt bijgehouden.
3.
Het eerste lid, aanhef en onder a, geldt niet voor botten en daarvan of daarmee vervaardigde producten van de tijger (Panthera tigris) en hoorns en daarvan of daarmee vervaardigde producten van de soorten van de familie neushoorns (Rhinocerotidea).
4.
Het eerste lid, aanhef en onder b, geldt niet voor dieren van soorten behorende tot de orde van de primaten (Primates) of de familie van de katachtigen (Felidae).
5.
Het eerste lid, aanhef en onder c, geldt niet voor levende dieren van de soorten:
- a.
Bengaalse kat (Prionailurus bengalensis);
- b.
Canadese lynx (Lynx canadensis);
- c.
caracal (Caracal caracal);
- d.
poema (Puma concolor);
- e.
roestkat (Prionailurus rubiginosus);
- f.
rode lynx (Lynx rufus);
- g.
jagoearoendi of otterkat (Herpailurus yaguarondi);
- h.
leeuw (Panthera leo);
- i.
fretkat (Cryptoprocta ferox); en
- j.
soorten behorende tot de orde van de primaten (Primates).