Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 8.4.75c
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017
- Bronpublicatie:
16-03-2017, Stcrt. 2017, 15087 (uitgifte: 24-03-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2016/311749)
- Inwerkingtreding
01-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2017, Stcrt. 2017, 15087 (uitgifte: 24-03-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2016/311749)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De resulterende meetwaarden worden door analoge of digitale aanwijzingen aangegeven.
2.
Indien een registratie-inrichting aanwezig is, moet deze de resulterende meetwaarden vermelden.
3.
De aanwijzingen moeten:
- a.
zijn voorzien van een nulstelinrichting; en
- b.
zodanig zijn uitgevoerd dat per as de bijbehorende paren meetgegevens gelijktijdig voor aflezing of verdere verwerking beschikbaar zijn.
4.
Een analoge of digitale aanwijzing is zodanig dat:
- a.
de onnauwkeurigheid in de resulterende meetwaarde en in het verschil in remkracht tussen het linker- en rechterwiel, uitsluitend als gevolg van de beperkte afleesnauwkeurigheid, niet meer bedraagt dan een vijfde deel van de maximale fout geldend voor het betreffende meetresultaat;
- b.
de aflezing op eenvoudige wijze mogelijk is.