Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit pensioenen
5.3.2 Verplichtgesteld pensioenfonds verleent vrijstelling van verplichte deelname
Geldend
Geldend vanaf 11-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Inwerkingtreding
11-07-2023, terugwerkend tot: 01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18570 (uitgifte: 10-07-2023, regelingnummer: 2023-13641)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
De andere mogelijkheid om de samenloop te corrigeren is als alle betrokken partijen – verplichtgesteld pensioenfonds, verzekeraar, werkgever en werknemers – overeenkomen dat het verplichtgestelde pensioenfonds met terugwerkende kracht een vrijstelling van de verplichte deelname verleent.
Goedkeuring
Voor zover nodig keur ik in die situatie onder voorwaarden goed dat artikel 19b, eerste lid, Wet LB buiten toepassing blijft.
Voorwaarden
- a.
De werkgever verricht voor zover nodig extra premiestortingen om de bij de verzekeraar verzekerde pensioenregeling actuarieel gelijkwaardig te maken.
- b.
Het verplichtgestelde pensioenfonds verleent vrijstelling van de verplichtstelling bedoeld in het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000.
- c.
De bij de verzekeraar ondergebrachte pensioenregeling blijft binnen de kaders van hoofdstuk IIB Wet LB.