Einde inhoudsopgave
Aanbevelingen meerderjarigenbewind 2023
E Erfrecht
Geldend
Geldend vanaf 31-01-2023
- Bronpublicatie:
31-01-2023, Internet 2023, www.rechtspraak.nl (uitgifte: 31-01-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2023, Internet 2023, www.rechtspraak.nl (uitgifte: 31-01-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
E.1
De bewindvoerder is met uitsluiting van de betrokkene bevoegd een aan de betrokkene opgekomen nalatenschap te aanvaarden. Bij het openvallen van een nalatenschap waarin de betrokkene gerechtigd is als erfgenaam, wordt van de bewindvoerder verlangd dat hij zich zo spoedig mogelijk op de hoogte stelt van de omvang van de nalatenschap.
E.2
Indien vaststaat dat de nalatenschap positief is en de betrokkene in staat is om zijn wil te bepalen, mag de bewindvoerder de nalatenschap met toestemming van de betrokkene zuiver aanvaarden. De bewindvoerder moet de toestemming van de betrokkene in zijn dossier vastleggen, bij voorkeur door een ondertekende verklaring van de betrokkene. Indien de betrokkene niet in staat is zijn wil te bepalen moet de bewindvoerder onder het voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiair) aanvaarden.
E.3
Wanneer vaststaat de nalatenschap negatief is, dient de bewindvoerder zo spoedig mogelijk aan de kantonrechter machtiging tot verwerping te verzoeken. Alvorens op het verzoek te beslissen, vergewist de kantonrechter zich van het standpunt van de betrokkene, als deze in staat is zijn wil te bepalen. Voor de beoordeling van verzoeken tot verwerping en termijnverlenging, wordt verwezen naar de Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter, te vinden op rechtspraak.nl.
E.4
Wanneer onvoldoende duidelijk is dat het saldo van de nalatenschap negatief is, dient de bewindvoerder beneficiair te aanvaarden.
E.5
Wanneer de nalatenschap beneficiair wordt aanvaard of — met machtiging van de kantonrechter — wordt verworpen, dient de bewindvoerder deze verklaring ingevolge artikel 4:193 lid 1 BW in beginsel binnen drie maanden vanaf het tijdstip waarop de nalatenschap, of een aandeel daarin, de erfgenaam toekomt, af te leggen. Hiervoor is aantekening in het boedelregister vereist met, ingeval van verwerping, overlegging van de machtiging tot verwerping. Het boedelregister bevindt zich bij de rechtbank van de laatste woonplaats van de erflater. Voor inschrijving is griffierecht verschuldigd. De termijn van drie maanden gaat lopen vanaf het moment waarop de betrokkene de positie van erfgenaam verkrijgt. Bij plaatsvervulling door verwerping is dit vanaf het moment waarop degene wiens plaats vervuld wordt tot verwerping is overgegaan. De termijn van drie maanden kan worden verlengd door de kantonrechter van de laatste woonplaats overledene (zie artikel 4:193 lid 1 slot jo. artikel 4:192 lid 2 BW). Laat de bewindvoerder deze termijn verlopen, dan geldt de erfenis als beneficiair aanvaard (art 4:193 lid 2 BW).2.
E.6
Beneficiaire aanvaarding heeft tot gevolg dat de nalatenschap in beginsel moet worden vereffend volgens de regels van artikel 4:202 BW en verder. In beginsel geldt de lichte vereffeningsprocedure. Er kan om ontheffing worden verzocht van deze formele procedure op grond van 4:202 lid 2 BW. Zie ook de Richtlijnen Vereffening nalatenschappen, gepubliceerd op de www.rechtspraak.nl.
E.7
De bewindvoerder dient in de rekening en verantwoording melding te maken van een opengevallen nalatenschap, waarin de betrokkene als erfgenaam gerechtigd is, alsmede van de boedelbeschrijving van die nalatenschap.
E.8
Indien er een testamentair bewindvoerder is benoemd, dient daar melding van te worden gemaakt.
E.9
De bewindvoerder behoeft toestemming van de betrokkene, of indien deze daartoe niet in staat is of weigerachtig is, machtiging van de kantonrechter voor het overeenkomen dat een nalatenschap, waartoe de betrokkene gerechtigd is, voor een bepaalde tijd onverdeeld wordt gelaten.
E.10
De bewindvoerder is, met uitsluiting van de betrokkene, bevoegd de verdeling te vorderen van goederen, waarvan een onverdeeld aandeel tot zijn bewind behoort. Tot een verdeling, ook al geschiedt zij krachtens rechterlijk bevel, behoeft de bewindvoerder toestemming of machtiging overeenkomstig 1:441 lid 4. De conceptakte van verdeling dient ter goedkeuring aan de kantonrechter te worden voorgelegd.
E.11
Als de betrokkene in het testament van de ouder is onterfd, dient in beginsel aanspraak gemaakt te worden op de legitieme portie. Indien de betrokkene erfgenaam of legataris is onder last of voorwaarde, wordt hiermee het erfdeel/legaat beperkt. In beginsel dient ook een beroep op de legitieme portie gedaan te worden, als de legitieme portie groter is dan het legaat of beperkte erfdeel dat aan de betrokkene is toegekend. Indien overwogen wordt om in deze gevallen geen aanspraak te maken op de legitieme portie, dient dit te worden voorgelegd aan de kantonrechter.
Voetnoten
Anders: hof Arnhem-Leeuwarden, 11 oktober 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:8787