Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 563 [Voorwaarden beslag op schepen]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Bronpublicatie:
13-07-2016, Stb. 2016, 290 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34212)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2017, Stb. 2017, 174 (uitgifte: 04-05-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
1.
Het beslag op schepen moet worden voorafgegaan door een aan de eigenaar of boekhouder te betekenen exploot van een deurwaarder, houdende een bevel om binnen vierentwintig uur aan de executoriale titel te voldoen. Eerst na verloop van die termijn kan het beslag worden gelegd.
2.
Indien er echter vrees bestaat dat het schip spoedig naar een andere plaats zal vertrekken kan de voorzieningenrechter van de rechtbank in het rechtsgebied waarbinnen de inbeslagneming plaatsvindt of van de rechtbank Rotterdam, ook op mondeling verzoek van de deurwaarder, bepalen dat deze ook zonder voorafgaand bevel tot de inbeslagneming kan overgaan.
3.
In dat geval zal, in afwijking van artikel 430, derde lid, de betekening van de titel tezamen met die van het proces-verbaal van inbeslagneming kunnen geschieden.