Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 565 [Proces-verbaal. Domiciliekeuze. Betekening aan eigenaar]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2005
- Bronpublicatie:
03-02-2005, Stb. 2005, 107 (uitgifte: 08-03-2005, kamerstukken: 28443)
- Inwerkingtreding
01-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2005, Stb. 2005, 416 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vervoersrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
1.
Het beslag geschiedt bij een proces-verbaal van een deurwaarder dat, behalve de gewone formaliteiten, op straffe van nietigheid inhoudt:
- a.
de vermelding van de voornaam, naam en woonplaats van de executant;
- b.
de vermelding van de titel uit hoofde waarvan het beslag wordt gelegd;
- c.
een opgave van het bedrag dat krachtens deze titel aan de executant verschuldigd is;
- d.
de naam en de woonplaats van de eigenaar of de boekhouder, de naam van de kapitein of de schipper, telkens indien zij bekend zijn, en de naam en woonplaats van hem jegens wie de onder b bedoelde titel luidt, indien deze een ander is dan de eigenaar;
- e.
de naam, de soort en de ruimte van het schip en, zo het schip te boek staat in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, de gegevens omschreven in artikel 21, eerste lid onder c Kadasterwet;
- f.
de algemene omschrijving van het scheepstoebehoren.
2.
In het proces-verbaal moet de executant tot het einde van de executie woonplaats kiezen in Nederland:
- a.
in geval in het proces-verbaal een notaris wordt aangewezen ten overstaan van wie de verkoop met toepassing van artikel 570 zal plaatsvinden: bij die notaris of bij een advocaat;
- b.
in geval het voornemen bestaat de verkoop met toepassing van artikel 575 te doen plaats vinden voor de rechtbank: bij een advocaat;
- c.
in geval de verkoop dient plaats te vinden met toepassing van artikel 576: bij de deurwaarder of bij een advocaat.
3.
Het proces-verbaal wordt binnen acht dagen betekend aan de eigenaar van het schip of, als deze een rederij is en een boekhouder heeft, aan de boekhouder, alsmede aan degene jegens wie de in het eerste lid onder b bedoelde titel luidt, indien dit een andere is dan de eigenaar.
4.
Indien de eigenaar van het schip of de boekhouder niet bekend is, kan aan de eis van het vorige lid worden voldaan doordat het proces-verbaal wordt betekend aan boord aan de kapitein of de schipper of zijn plaatsvervanger; zo deze niet te bereiken zijn, vindt de betekening plaats door een afschrift van het betekende proces-verbaal aan boord van het schip aan te plakken.
5.
Artikel 435 lid 3 is niet van toepassing.