Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1753 van 23 oktober 2019 inzake de maatregelen van de Unie ingevolge haar toetreding tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen
Artikel 6 Bezwaarprocedure voor in het internationaal register ingeschreven geografische aanduidingen van derde landen
Geldend
Geldend vanaf 16-11-2023
- Bronpublicatie:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2411 (uitgifte: 27-10-2023, regelingnummer: 2023/2411)
- Inwerkingtreding
16-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2411 (uitgifte: 27-10-2023, regelingnummer: 2023/2411)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Binnen vier maanden na de datum van bekendmaking van de internationale inschrijving overeenkomstig artikel 4 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat of een derde land dat niet de overeenkomstsluitende partij van oorsprong is zoals gedefinieerd in artikel 1, punt xv), van de Akte van Genève, of een natuurlijke of rechtspersoon met een gerechtvaardigd belang die gevestigd is in de Unie of in een derde land dat niet de overeenkomstsluitende partij van oorsprong is, een bezwaar instellen bij de Commissie of, in het geval van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten, bij het EUIPO. Het bezwaar wordt ingesteld in een van de officiële talen van de Unie.
2.
Het in lid 1 van dit artikel bedoelde bezwaar is enkel ontvankelijk indien het binnen de in lid 1 van dit artikel genoemde termijn wordt ontvangen en is gebaseerd op een of meer van de volgende gronden:
- a)
de in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding is strijdig met de naam van een planten- of dierenras en kan de consument misleiden aangaande de werkelijke oorsprong van het product;
- b)
de in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding is geheel of gedeeltelijk homoniem met een geografische aanduiding die reeds beschermd is in de Unie, en er is in de praktijk onvoldoende onderscheid tussen de plaatselijke en traditionele gebruiken en de aanbiedingsvorm van de ter bescherming voorgestelde geografische aanduiding en de in de Unie reeds beschermde geografische aanduiding, rekening houdend met het feit dat de betrokken producenten een billijke behandeling moeten krijgen en dat de consument niet mag worden misleid;
- c)
de bescherming in de Unie van de in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding zou de rechten van een ouder merk op Unie-, regionaal of nationaal niveau schenden;
- d)
de bescherming in de Unie van de geografische aanduiding van een derde land zou schadelijk zijn voor het gebruik van een geheel of gedeeltelijk identieke naam of voor de exclusieve aard van een merk op Unie-, regionaal of nationaal niveau of voor het bestaan van producten die ten minste vijf jaar vóór de datum van bekendmaking van de internationale inschrijving overeenkomstig artikel 4 legaal op de markt zijn gebracht;
Vervallen:
- f)
de naam waarvoor inschrijving wordt aangevraagd, is op het grondgebied van de Unie een soortnaam;
- g)
er is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 2, lid 1, punten i) en ii), van de Akte van Genève;
- h)
de in het internationaal register ingeschreven geografische aanduiding is een homonieme benaming die bij de consument ten onrechte de indruk wekt dat de producten in kwestie afkomstig zijn uit een ander grondgebied, ook al is de benaming wat het grondgebied, de regio of de plaats van oorsprong van de betrokken producten betreft juist.
3.
De in lid 2 genoemde bezwaargronden met betrekking tot het grondgebied van de Unie of een deel daarvan worden beoordeeld door de Commissie of, ten aanzien van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten, door het EUIPO.