Einde inhoudsopgave
Kentekenreglement
Artikel 31 Verval van de tenaamstelling: overdracht van een voertuig aan een in het buitenland woonachtig of gevestigd persoon
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
26-11-2013, Stb. 2013, 523 (uitgifte: 12-12-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2013, Stb. 2013, 523 (uitgifte: 12-12-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Kentekens en kentekenbewijzen
1.
Degene die als tenaamgestelde van een voertuig in het kentekenregister is ingeschreven of degene die na diens overlijden eigenaar of houder van het voertuig is geworden, is, in geval van overdracht van een voertuig aan een in het buitenland woonachtige natuurlijk persoon of een in het buitenland gevestigde rechtspersoon verplicht de kentekencard tezamen met de tenaamstellingscode aan de degene[lees: degene] aan wie het voertuig wordt overgedragen ter hand te stellen.
2.
Degene die eigenaar of houder van het voertuig is geworden, is verplicht binnen een week nadat hij de kentekencard en de tenaamstellingscode heeft ontvangen bij de Dienst Wegverkeer de kentekencard, de tenaamstellingscode en een bij ministeriële regeling aangewezen legitimatiebewijs over te leggen.
3.
De Dienst Wegverkeer geeft de oude kentekencard en het legitimatiebewijs terug aan degene die aan de in het tweede lid bedoelde verplichtingen heeft voldaan en reikt ten behoeve van het voorgoed buiten Nederland brengen van het voertuig een kentekenbewijs deel II uit en geeft een vrijwaringsbewijs af aan de in het tweede lid bedoelde persoon ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde persoon.
4.
Degene die het kentekenbewijs deel II en het vrijwaringsbewijs heeft ontvangen is verplicht het vrijwaringsbewijs terstond te doen toekomen aan de in het eerste lid bedoelde persoon.
5.
Het eerste tot en met het vierde lid is van overeenkomstige toepassing in geval van overdracht van een tot de bedrijfsvoorraad van een erkend bedrijf bedrijfsvoorraad behorend voertuig aan een in het buitenland woonachtige natuurlijk persoon of een in het buitenland gevestigde rechtspersoon, indien het erkende bedrijf bedrijfsvoorraad geen gebruik maakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 46, tweede lid, onderdeel b.