Besluit tijdelijk huisverbod
Bijlage
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2009
- Redactionele toelichting
Dit besluit treedt tegelijk in werking met de Wet tijdelijk huisverbod (09-10-2008, Stb. 421).
- Bronpublicatie:
20-10-2008, Stb. 2008, 422 (uitgifte: 04-11-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-11-2008, Stb. 2008, 484 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
als bedoeld in artikel 2, eerste lid
1. Feiten en omstandigheden die de persoon betreffen ten aanzien van wie wordt overwogen om een huisverbod op te leggen ( artikel 2, tweede lid, onder a)
- a.
Antecedenten en incidenten (op basis van politieregistratie):
- —
registraties (HKS) en mutaties geweld
- —
registraties (HKS) en mutaties zeden
- —
registraties (HKS) en mutaties wapengerelateerd
- —
registraties (HKS) en mutaties overig
- b.
Mate van aanspreekbaarheid:
- —
volledig in de war
- —
apathisch, zich extreem afsluiten
- —
gewelddadig, onhandelbaar, niet te corrigeren (tegen slachtoffer of derden)
- —
extreem jaloers tegenover slachtoffer
- —
dreigementen om zichzelf wat aan te doen of zichzelf daadwerkelijk te verwonden
- c.
Riskante gewoonten (alcohol- of drugsgebruik):
- —
signalen wijzend op verslaving of excessief gebruik van alcohol
- —
signalen wijzend op verslaving of excessief gebruik van soft drugs
- —
signalen wijzend op verslaving of excessief gebruik van hard drugs
- —
onder behandeling (geweest) voor verslaving
- —
op het moment fors gedronken (of sterk vermoeden)
- —
op het moment drugs gebruikt (of sterk vermoeden)
2. Feiten en omstandigheden die het verloop van het incident betreffen ( artikel 2, tweede lid, onder b)
- a.
Bedreiging:
- —
verbaal (schelden, schreeuwen)
- —
dreigen met fysiek geweld
- —
dreigen met wapen
- —
dreigen met doden
- b.
Psychisch geweld:
- —
slachtoffer onder druk zetten door geweld tegen kinderen en/of huisgenoten
- —
slachtoffer onder druk zetten door geweld tegen huisdieren
- —
slachtoffer onder druk zetten door vernielen (dierbare) eigendommen van het slachtoffer
- —
slachtoffer onder druk zetten door hem te vernederen of te dwingen iets tegen de wil te doen
- c.
Lichamelijk geweld:
- —
duwen, schoppen, stompen, haren trekken e.d.
- —
zware kneuzingen, brandwonden, gebroken ledematen
- —
verwonden met wapen
- —
verwurging
- d.
Seksueel geweld:
- —
verkrachting of aanranding
- —
gedwongen seks of prostitutie
- —
(vermoeden van) kindermisbruik
- e.
Zwaarte van de intimidatie:
- —
geweld is willekeurig en volstrekt zonder aanleiding
- —
(dreiging van) plotselinge, extreme uitbarsting van geweld
- —
zwaar fysiek geweld (al dan niet met ernstig letsel)
- —
slachtoffer is totaal niet weerbaar
- f.
Geweldsontwikkeling:
- —
de zwaarte van het geweld is de laatste jaren toegenomen
- —
de frequentie van geweld is de laatste jaren toegenomen
- g.
Wapens:
- —
in bezit van vuurwapen
- —
in bezit van wapenvergunning
- —
gebruik van slagwapen, steekwapen of (nep-)vuurwapen
- —
gebruik van ‘toevallige’ wapens (servies, asbak, keukenmes e.d.)
- h.
Gevaarsniveau wapengebruik:
- —
ermee dreigen
- —
ermee gooien van een afstand
- —
het slachtoffer er direct mee verwonden (direct fysiek contact)
- —
bewuste (bedoelde) verwonding slachtoffer (min of meer met voorbedachten rade)
- i.
Aanwezigheid van kinderen:
- —
kinderen getuige van geweld
- —
kinderen apathisch, huilen of schrikachtig
- —
geweld gepleegd tegen kinderen
- —
kinderen gewond
- —
ondertoezichtstelling of andere kinderbeschermingsmaatregel
- j.
Geweldsverwachting:
- —
slachtoffer vreest toekomstig geweld
- k.
Rechtvaardiging achteraf:
- —
berouw tonen, maar zich verschuilen achter externe oorzaken
- —
ontkennen of minimaliseren van het geweld
- —
rechtvaardigen van geweld
3. Feiten en omstandigheden die de leefomstandigheden van de betrokkene of zijn huisgenoten betreffen ( artikel 2, tweede lid, onder c)
- a.
Spanning door werkgerelateerde problemen:
- —
(langdurige) werkloosheid
- —
recent ontslag of dreiging van ontslag
- —
problemen met betrekking tot arbeidsongeschiktheids- of werkloosheidsuitkering
- —
spanningen op het werk
- b.
Spanning door financiële problemen:
- —
veel schulden
- —
financieel niet kunnen rondkomen
- —
vermoeden van een gokprobleem
- c.
Spanning door familie- en relatieproblemen:
- —
problemen met kinderen uit een eerdere relatie
- —
niet accepteren van een zwangerschap
- —
onenigheid over opvoeding van kinderen
- —
gedragsproblemen bij kinderen
- —
lopende echtscheidingsprocedure
- —
overige relatieproblemen
- —
problemen met betrekking tot verblijfsvergunning e.d.
- d.
Sociaal isolement door beperkte vrienden- of kennissenkring:
- —
strikte beperking van contacten (binnen eigen cultuur of geloof)
- —
contacten met buitenwereld verlopen alleen via betrokkene
- —
betrokkene verbiedt contact met vrienden of bekenden
- e.
Sociaal isolement door rollenpatroon:
- —
betrokkene controleert financiën, paspoort e.d.
- —
slachtoffer heeft geen zeggenschap binnenshuis
- —
slachtoffer mag niet of nauwelijks buitenshuis komen
- f.
Sociaal isolement door onaangepast gezin:
- —
er is geen contact te maken met het gezin
- —
geschillen met anderen worden door ruzie of geweld opgelost
- —
binnen het gezin is er veel ruzie
- —
antecedenten slachtoffer die wijzen op sociaal isolement
- —
antecedenten andere gezinsleden die wijzen op sociaal isolement
- —
sociaal isolement door excessief middelengebruik of verslaving