Einde inhoudsopgave
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Artikel 3 [Verplichtingen houder ontheffing]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
24-11-2023, Stb. 2024, 10 (uitgifte: 30-01-2024, kamerstukken: 2023000277)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2023, Stb. 2024, 10 (uitgifte: 30-01-2024, kamerstukken: 2023000277)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
De houder van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:3, vierde lid, van de wet:
- a.
informeert, alvorens een overeenkomst aan te gaan terzake van het als tussenpersoon verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het van het publiek aantrekken of ter beschikking verkrijgen van opvorderbare gelden zijn wederpartij duidelijk en volledig over diens rechten en plichten met betrekking tot de overeenkomst;
- b.
meldt aan de Autoriteit Financiële Markten iedere wijzing[lees: wijziging] in de gegevens die eerder door hemzelf of door een financiële onderneming aan een toezichthouder zijn verstrekt ten behoeve van de beoordeling van de ingevolge artikel 2 gestelde eisen met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen, bedoeld in artikel 2, eerste lid. De houder meldt de wijziging schriftelijk en onverwijld nadat hij daarvan in het kader van de normale bedrijfsvoering kennis heeft genomen;
- c.
meldt aan de Autoriteit Financiële Markten schriftelijk het voornemen tot wijziging van de personen, bedoeld in artikel 2, eerste lid.
2.
De houder van een ontheffing geeft geen uitvoering aan het voornemen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, voordat de Autoriteit Financiële Markten heeft vastgesteld dat de betrouwbaarheid van de betrokken persoon buiten twijfel staat. De Autoriteit Financiële Markten neemt een besluit omtrent de betrouwbaarheid:
- a.
binnen zes weken na ontvangst van de melding; of
- b.
indien de Autoriteit Financiële Markten binnen twee weken na ontvangst van de melding om nadere gegevens heeft verzocht, binnen zes weken na ontvangst van die gegevens, doch uiterlijk binnen dertien weken na ontvangst van de melding.
3.
Indien de Autoriteit Financiële Markten een derde verzoekt om nadere gegevens als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, doet zij daarvan mededeling aan de houder.
4.
Bij de melding, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, legt de houder ten aanzien van de betrokken persoon de volgende gegevens over:
- a.
een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoon- en faxnummer, curriculum vitae, een opgave van de relevante geldige diploma’s en de functie;
- b.
een kopie van een geldig identiteitsbewijs;
- c.
gegevens met betrekking tot de antecedenten, bedoeld in artikel 13; en
- d.
een opgave van referenten.
5.
Het vierde lid, onderdelen b, c en d, is niet van toepassing indien de wijziging een persoon betreft wiens betrouwbaarheid voor de toepassing van artikel 2 door een toezichthouder reeds is vastgesteld.