Einde inhoudsopgave
beleidsregel Instructie organieke matching
Bijlage 1 Instructie organieke matching Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie
Geldend
Geldend vanaf 17-05-2013. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 31-01-2012
- Bronpublicatie:
07-05-2013, Stcrt. 2013, 12776 (uitgifte: 16-05-2013, regelingnummer: 381989)
- Inwerkingtreding
17-05-2013, terugwerkend tot: 31-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-05-2013, Stcrt. 2013, 12776 (uitgifte: 16-05-2013, regelingnummer: 381989)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Functiewaardering
Politierecht / Organisatie
Versie 15 april 2013
A. Inleiding:
In het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie (2008-2010) is afgesproken dat iedere medewerker per 1 januari 2010 een nieuwe gewaardeerde LFNP functie heeft.
Deze collectieve afspraken houden in dat in alle korpsen (25 korpsen en het KLPD) en de organisaties (VtsPN, Politieacademie en Rijksrecherche) de bestaande korpsfunctiebeschrijvingen of politieorganisatie- functiebeschrijvingen worden omgezet naar LFNP functiebeschrijvingen.
De oplevering van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie heeft plaatsgevonden in november 2011. De invoering van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie vindt plaats in 2012. De formele invoeringsdatum is met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010.
Om dit landelijk gecoordineerd en eenduidig te laten verlopen wordt de matching gedaan onder regie van een (paritaire) werkgroep van het Georganiseerd Overleg in Politieambtenarenzaken (hierna: GOP).
In deze instructie worden de volgende termen gebruikt:
- ?
Korps: een regionaal politiekorps, het Korps landelijke politiediensten, de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland (VtsPN), het Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie, het Politie onderwijs en kenniscentrum (LSOP) en de bijzondere ambtenaren van politie (rijksrecherche);
- ?
Functiebeschrijving (artikel 1, onderdeel d, van de Regeling overgang naar een LFNP functie): een of meer door het bevoegd gezag vastgestelde schriftelijke document(en) waarin ten minste duidelijk herkenbaar de wezenlijke onderdelen van de functie op hoofdlijnen zijn vastgelegd, niet zijnde een LFNP functie;
- ?
Organieke matching (artikel 1, onderdeel k, van de Regeling overgang naar een LFNP functie): het vergelijken op organisatieniveau van functiebeschrijvingen met een LFNP functie;
- ?
Transponeringstabel (artikel 1, onderdeel p, van de Regeling overgang naar een LFNP functie): de als bijlage bij de Regeling overgang naar een LFNP functie gevoegde tabel waarin de vastgestelde resultaten van de matching zijn opgenomen:
- ?
Uitgangspositie(s) (artikel 1, onderdeel r, van de Regeling overgang naar een LFNP functie): de functie en in samenhang daarmee de functiebeschrijving en de extra werkzaamheden, bijzondere situaties, afspraken of specifieke werkzaamheden van een ambtenaar op enig moment vanaf 31 december 2009 tot en met 31 december 2011, zoals vastgelegd in een besluit;
- ?
Match (artikel 1, onderdeel h, van de Regeling overgang naar een LFNP functie): het vastgestelde resultaat voor de meest vergelijkbare functie zoals opgenomen in de transponeringstabel die door de minister is vastgesteld in overeenstemming met het GOP.
B. Opbouw instructie:
De instructie is als volgt opgebouwd:
- ?
De beschrijving van de uitvoering van het proces van organieke matching tot en met vaststelling en publicatie.
- ?
De hulpmiddelen voor matching:
- ?
Bijlage 1: Orientatieformulier functiebeschrijving (is inmiddels vervallen)
- ?
Bijlage 2: Naslag LFNP vakgebieden
- ?
Bijlage 3: Een overzicht van essentie en speelveld van LFNP functies per vakgebied
- ?
Bijlage 4: Functievergelijkingsformulier (is gewijzigd: vervangen door een nieuw formulier)
C. Uitgangspunten Organieke Matching:
De Instructie organieke matching is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- 1.
De matching valt onder regie en verantwoordelijkheid van de werkgroep matching; de eindverantwoordelijkheid berust bij het GOP.
- 2.
De werkgroep matching wordt ondersteund door matchingsteams.
- 3.
Matching vindt landelijk plaats waarbij de functiebeschrijvingen met de hierop vermelde salarisschaal, extra werkzaamheden, bijzondere situaties, afspraken of specifieke werkzaamheden (taakaccenten), van alle korpsen de basis voor matching vormen.
- 4.
Matching vindt plaats conform de werkwijze opgenomen in het Reglement voor de werkwijze van de werkgroep matching, bedoeld in artikel 4, zesde lid, van de Regeling overgang naar een LFNP functie en aan de hand van de werkwijze zoals opgenomen in deze instructie.
- 5.
De uitkomst van de matching wordt vastgelegd in een concept-transponeringstabel en ter overeenstemming voorgelegd aan het GOP.
De kern van organieke matching:
De opbouw van het LFNP is leidend in de te volgen stappen in de organieke matching.
In de organieke matching worden -voor zover van belang- de basisdocumenten matching oud vergeleken met de basisdocumenten LFNP (zie hierna), conform de regels zoals vastgelegd in de Regeling overgang naar een LFNP functie en de werkwijze in deze instructie. Het eindresultaat is een organieke match van een functiebeschrijving met een LFNP functie en indien van toepassing werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten. Dit resultaat wordt vastgelegd in een motivering per match (door middel van het functievergelijkingsformulier) en een concept-transponeringstabel. Deze concept-transponeringstabel wordt beoordeeld door het GOP en na overeenstemming vastgesteld door de minister. De transponeringstabel is het brondocument voor de fase `individuele overgang naar een LFNP functie?.
D. Het proces:
De basis
De organisatie voor de matching is opgenomen in het Reglement voor de werkwijze van de werkgroep matching, bedoeld in artikel 4, zesde lid, van de Regeling overgang naar een LFNP functie en dient als zodanig te worden ingericht. Naast de werkzaamheden van de werkgroep matching levert ook het korps een bijdrage aan onderdelen van het matchingsproces door het leveren van de informatie ten behoeve van de matching zoals verwoord in stap 1.
Basisdocumenten LFNP (vastgesteld in het GOP) voor matching:
- ?
LFNP functiebeschrijvingen;
- ?
LFNP Matrix;
- ?
Handleiding Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie en process-flow;
- ?
Overzicht werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten.
Basisdocumenten voor matching oud:
- ?
Korpsspecifieke basisdocumenten (zie stap 1);
- ?
Functiebeschrijvingen, inclusief de hierop vermelde salarisschaal;
- ?
De in besluiten uitgangspositie opgenomen specifieke werkzaamheden (taakaccenten);
- ?
Voor zover van belang de in de besluiten uitgangsposities opgenomen bijzondere situaties;
- ?
Bij leidinggevende korpsfuncties -indien aanwezig- het daarbij behorende functiewaarderingsadvies (hierna: het fuwa-advies);
- ?
het referentiemateriaal functiewaardering zoals bedoeld in artikel 1 van de Regeling vaststelling systeem functiewaardering Nederlandse politie juncto bijlagen 2 en 3 (Stcrt. 1994, 134 en 2005, 126 en hierna: het referentiemateriaal).
-
De werkwijze
I. Voorbereiden organieke matching
Stap 1: Verzamelen korpsspecifieke basisdocumenten
Het korps verzamelt:
- ?
de korpsformatieplannen over de periode 31 december 2009 tot en met 31 december 2011;
- ?
de organogrammen over de periode 31 december 2009 tot en met 31 december 2011;
- ?
de functiebeschrijvingen die van 31 december 2009 tot en met 31 december 2011 binnen een korps aan medewerkers zijn of waren toegewezen inclusief de hierop vermelde salarisschaal;
- ?
de functiebeschrijvingen, inclusief de hierop vermelde salarisschaal, opgenomen in de korpsformatie die op 31 december 2011 van toepassing zijn en niet bezet zijn;
- ?
de functiebeschrijvingen (inclusief de functiebeschrijvingen die ontstaan uit de aanvragen functieonderhoud voortkomend uit het proces van bepaling van de uitgangspositie) die zijn / worden vastgesteld door het bevoegd gezag na 31 maart 2011;
- ?
het door het korps opgestelde overzicht `Functies met specifieke werkzaamheden? (taakaccenten) aangevuld met `ontbrekende specifieke werkzaamheden / bijzondere situaties? uit de aanvullende besluiten uitgangspositie(s);
- ?
indien aanwezig het fuwa-advies dat ten grondslag ligt aan een leidinggevende korpsfunctie;
- ?
en levert deze zo veel mogelijk digitaal aan bij het projectbureau.
Het projectbureau matching verwerkt de aangeleverde documenten in een centrale matchingsdatabase.
Het projectbureau matching draagt zorg voor toegang tot de centrale matchingsdatabase voor de werkgroepleden, het projectbureau en de administratieve ondersteuning.
Stap 2: Samenstelling clusters van functies (eerste ordening van functies t.b.v. matching)
- ?
De kerngroep, bedoeld in artikel 2 van het reglement voor de werkwijze van de werkgroep matching (de kerngroep), ordent de in de centrale matchingsdatabase opgenomen functiebeschrijvingen naar clusters van functies.
- ?
De kerngroep draagt deze clusters van functies inclusief de toewijzing aan matchingsteams over aan het projectbureau voor de registratie in de centrale matchingsdatabase.
Stap 3: Vastleggen in centrale matchingsdatabase en verspreiding documenten
- ?
Het projectbureau legt de clusterindeling vast in de centrale matchingsdatabase en stelt de documenten, door tussenkomst van de kerngroep per cluster ter beschikking aan de matchingsteams.
Stap 4: Orientatieformulier functiebeschrijving invullen
De leden van het matchingsteam vullen ieder voor zich per functiebeschrijving, met behulp van de ter beschikking gestelde documenten, het orientatieformulier zo volledig mogelijk in. Dit formulier dient de persoonlijke voorbereiding van de leden en adviserende leden in het matchingsteam (als bedoeld in artikel 3 van het reglement voor de werkwijze van de werkgroep matching). Na voltooiing van stap 10 worden de opgemaakte orientatieformulieren vernietigd.
Resultaat:
Meerdere orientatieformulieren per functiebeschrijving.
II. Uitvoeren proces organieke matching
Stap 5: De functiebeschrijving indelen in een LFNP domein
Het matchingsteam deelt de functiebeschrijving in, in een van de drie LFNP domeinen: Leiding,
Uitvoering of Ondersteuning op basis van het meest vergelijkbare domein. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan hetgeen is bepaald in artikel 3, vierde lid, onderdeel a, van de Regeling overgang naar een LFNP functie.
Hulpvragen:
- ?
Gaat het om een leidinggevende, uitvoerende of ondersteunende functie?
In het kader van deze instructie gelden voor deze drie domeinen de volgende definities:
Het domein Leiding draagt in de zin van het LFNP bij aan een effectieve en efficiente organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving. Leiding handelt in het perspectief van de politie als totaal. Leiding stuurt op het bereiken van resultaten, bepaalt, beslist en (be)oordeelt aangaande koers en strategie, beleid, doelstellingen, kwaliteit en kwantiteit van producten & diensten, contracten en plannen van aanpak waaronder ten aanzien van werkwijzen, personeel, middelen en financien en overige randvoorwaardelijke aspecten. Leiding: motiveert, stimuleert en inspireert personeel en stuurt op de ontwikkeling van personeel; monitoort en beoordeelt de kwaliteit van geleverde prestaties/producten en beslist op bijsturing en te nemen maatregelen; is resultaat- en financieel verantwoordelijk en verantwoordelijk voor het organisatierendement. Leiding vertegenwoordigt de Politie.
Het domein Uitvoering draagt in de zin van het LFNP bij aan een van de vakgebieden vallend onder dit domein, te weten: Beveiliging, G(ebieds) G(ebonden) P(olitie), Informantenrunner, Intelligence, Interventie, Meldkamer, Observatie, Tactische Opsporing, Forensische Opsporing, Luchtvaart, Intake & Service en Operationeel Specialismen. Het domein Uitvoering levert een directe bijdrage aan operationele politietaken, en staat daarmee in rechtstreeks verband met de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), de openbare orde en veiligheid en/of leefbaarheid in de samenleving.
Het domein Ondersteuning draagt in de zin van het LFNP bij aan een van de vakgebieden vallend onder dit domein, te weten: Bedrijfsvoering Specialismen, Gespecialiseerde Ondersteuning, Administratie en Secretariaat, Scheepvaart, Techniek, H(uisvesting) S(ervices) en M(iddelen), Onderzoek & Kennisontwikkeling en Docenten. Het domein Ondersteuning levert een bijdrage aan een effectief en efficient werkende politieorganisatie, terwijl tegelijkertijd geen of een beperkte directe bijdrage wordt geleverd aan operationele politietaken en daarmee niet in rechtstreeks of onvoldoende verband staat met de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), de openbare orde en veiligheid en/of leefbaarheid in de samenleving.
Werkwijze ten behoeve van functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten:
Ten aanzien van het domein Leiding gelden specifieke criteria om te bepalen of dit domein het meest vergelijkbaar is. Alle functiebeschrijvingen worden hiertoe beoordeeld op de vraag of sprake is van leidinggeven (ten overvloede: coordinatie valt hier niet onder).
Categorie I
De functiebeschrijvingen met leidinggevenden aspecten waarin (voortgangs)verantwoordelijkheid voorkomt, ongeacht of leiding wordt gegeven aan de uitvoering van de politietaak, worden ingedeeld in het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning.
Categorie II
De functiebeschrijvingen met leidinggevenden aspecten op het niveau van unithoofd die leiding geeft aan de uitvoering van de politietaak en waarbij doorgaans sprake is van eindverantwoordelijkheid, worden ingedeeld in het domein Leiding.
NB: de begrippen `unithoofd? en `eindverantwoordelijkheid? zijn ontleend aan het hierna vermelde referentiemateriaal. In functiebeschrijvingen kunnen hiervoor andere begrippen gehanteerd zijn.
Dit betreft de functiebeschrijvingen die qua waardering hun grondslag vinden in referentiefuncties uit de navolgende functiereeksen (zie bijlage 2 van de Regeling vaststelling systeem functiewaardering Nederlandse politie (Stcrt. 1994, 134 en 2005, 126 ):
NB: indien bij een functiereeks geen concrete referentiefunctie is genoemd, betreft het alle referentiefuncties uit die reeks met in de functienaam de aanduiding `unithoofd?.
- ?
Functiereeks Algemene Politiezorg;
- ?
Functiereeks Bestrijding Zware/georganiseerde Criminaliteit;
- ?
Functiereeks Jeugd- en Zedenzaken;
- ?
Functiereeks Bijzondere Taken;
- ?
Functiereeks Algemene Politiezorg te Water en Luchtvaart, inclusief de referentiefunctie Hoofd Vliegdienst;
- ?
Functiereeks Rechercheondersteuning;
- ?
Functiereeks Persoonsbeveiliging;
- ?
Functiereeks Rijksrecherche, uitsluitend de referentiefuncties Hoofd Rijksrecherche en Commissaris van de Rijkspolitie.
Dit betreft voorts de functiebeschrijvingen die qua waardering hun grondslag vinden in referentiefuncties uit de functiereeks Leiding van het vernieuwd referentiemateriaal voor de Opsporing (zie bijlage 3 van de Regeling vaststelling systeem functiewaardering Nederlandse politie (Stcrt. 2005, 126 ):
- ?
Tactisch Leidinggevende A;
- ?
Tactisch Leidinggevende B;
- ?
Tactisch Leidinggevende C.
Categorie III
De functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten waarbij geen leiding wordt gegeven aan de uitvoering van de politietaak en waarbij op die beschrijving maximaal salarisschaal 13 staat vermeld, worden ingedeeld in het domein Ondersteuning.
Categorie IV
De functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten, ongeacht of leiding wordt gegeven aan de uitvoering van de politietaak en waarbij op die beschrijving minimaal salarisschaal 14 staat vermeld, worden ingedeeld in het domein Leiding.
Toelichting:
De indeling van alle functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten in vier categorieen is noodzakelijk om hiermee op consistente wijze het juiste domein te kunnen bepalen. Bestaande aspecten van leidinggeven in korpsfunctiebeschrijvingen komen terug in het domein Uitvoering (zoals alle LFNP functies Operationeel Expert en de LFNP functies Operationeel Specialisten B tot en met F) of het domein Ondersteuning (zoals de LFNP functie Gespecialiseerd Medewerker C en de LFNP functies Bedrijfsvoering Specialisten B tot en met F). Hiertoe hanteert het LFNP de begrippen: operationele sturing in de vorm van organisatorische coordinatie, operationele sturing in de vorm van zaakscoordinatie, regie(posities) in netwerken.
De functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten in categorie I hebben betrekking op operationeel leiding geven aan een groep, in het LFNP vertaald naar operationele sturing en regie(posities) in netwerken. Het referentiemateriaal vermeldt in de regel het niveaubepalend element `(voortgangs)verantwoordelijkheid?. Voor deze functiebeschrijvingen is het meest vergelijkbare domein het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning.
De functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten in categorie II zijn unithoofden, waarbij volgens die beschrijving leiding wordt gegeven aan de uitvoering van de politietaak. Het referentiemateriaal vermeldt in dat kader doorgaans het niveaubepalend element `eindverantwoordelijkheid?. Het gaat dan in de regel om grotere aantallen medewerkers die deel uitmaken van een unit.
De functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten in categorie III (tot en met salarisschaal 13) geven volgens die beschrijving geen leiding aan de uitvoering van de politietaak, maar het betreft functionarissen die (deels) leiding geven aan (staf)afdelingen.
De zwaarte van deze functies wordt ontleend aan de noodzakelijke en specifieke vakinhoudelijke kennis. Dit volgt uit het technische functiewaarderingssysteem dat spreekt over `specialismen? (zie artikel 1 juncto bijlage 1 van de Regeling vaststelling systeem functiewaardering Nederlandse politie (Stcrt. 1994, 134 en 2005, 126 ). Daarnaast is voor deze functies altijd minimaal een HBO werk- of denkniveau vereist. Voor deze functiebeschrijvingen is het meest vergelijkbare domein niet Leiding, maar het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning omdat hierin de hooggekwalificeerde specialistische LFNP functies voorkomen. Zie voor het domein Uitvoering het vakgebied Operationeel Specialisten en voor het domein Ondersteuning het vakgebied Bedrijfsvoering Specialisten.
De functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten in categorie IV betreffen alle beschrijvingen waarop minimaal salarisschaal 14 vermeld staat. Deze functiebeschrijvingen, ongeacht de aard of omvang van het leidinggeven, worden ingedeeld in het domein Leiding. Bij dergelijke functiebeschrijvingen gaat het om het (mede-)bepalen van het (strategisch) beleid. Dit volgt uit het hiervoor al genoemd technische functiewaarderingssysteem.
De handelwijze bij functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten is als volgt:
- ?
Op basis van de functiebeschrijving wordt beoordeeld of sprake is van leidinggeven en zo ja, in welke categorie deze functie valt.
- ?
Indien de functiebeschrijving geen of onvoldoende uitsluitsel geeft over de categorie en daarmee de keuze van het meest vergelijkbare domein, dient het fuwa-advies -dat onderliggend is aan de functiebeschrijving- geraadpleegd te worden.
- ?
Indien geen fuwa-advies aanwezig is of wanneer dit onvoldoende uitsluitsel geeft, dient het referentiemateriaal te worden geraadpleegd.
Toelichting:
Tussen korpsen bestaan grote verschillen qua benamingen van functiebeschrijvingen. Zo komen in de leiding van de basispolitiezorg bijvoorbeeld de volgende benamingen voor: chef wijkteam in schaal 10, chef basisteam in schaal 11, chef wijkpolitie in schaal 12. Alle korpsen hebben met elkaar gemeen dat zij gebruik dienen te maken van het referentiemateriaal functiewaardering Nederlandse politie (zie de Regeling vaststelling systeem functiewaardering Nederlandse politie; Stcrt. 1994, 134 en 2005, 126 ). Indien een functiebeschrijving geen uitsluitsel geeft over de vraag in welke categorie deze ingedeeld dient te worden, zal het fuwa-advies in de meeste gevallen uitkomst bieden. In het hiervoor gegeven voorbeeld van de leiding basispolitiezorg zal dan blijken dat het in casu gaat om respectievelijk de referentiefuncties (Wijk)unithoofd A, (Wijk)unithoofd B en (Wijk)unithoofd C zodat indeling in categorie II dient te volgen. Mocht het fuwa-advies geen uitsluitsel geven, dan kan in laatste instantie het referentiemateriaal worden geraadpleegd.
Keuze voor een domein:
Alle leidinggevende functies in categorie II en categorie IV worden ingedeeld in het domein Leiding. Alle leidinggevende functies in categorie I en categorie III worden ingedeeld in het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning.
Alle overige functies worden ingedeeld in het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning.
De keuze voor het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning wordt vastgesteld op basis van het meest vergelijkbare domein, waarbij kern en / of doel van de functie hiertoe in aanmerking wordt genomen.
Hulpmateriaal:
- ?
Ingevulde orientatieformulieren.
Uitkomst per functie vastleggen en motiveren op functievergelijkingsformulier (Bijlage 4: functie-vergelijkingsformulier)
Resultaat:
Een indeling van een functiebeschrijving in een LFNP domein.
Stap 6: De functiebeschrijvingen binnen het LFNP domein Leiding indelen
Indien op basis van stap 5 indeling heeft plaatsgevonden in het domein Leiding, wordt daarna op de hierna vermelde wijze de meest vergelijkbare functie vastgesteld.
Functiebeschrijvingen met daarop vermeld de salarisschalen 8, 10, 12, 14, 16 en 18 worden gematcht met de daarmee overeenkomende LFNP functie in het domein Leiding waarvoor dezelfde salarisschaal geldt. Voorbeeld: de functiebeschrijving chef basiseenheid met daarop vermeld schaal 10 wordt gematcht met de LFNP functie teamchef B, immers ook schaal 10. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan hetgeen is bepaald in artikel 3, vierde lid, onderdeel c, van de Regeling overgang naar een LFNP functie.
Functiebeschrijvingen met daarop vermeld de salarisschalen 9, 11, 13, 15 en 17 worden gematcht met de meest vergelijkbare LFNP functie, zijnde de naast hogere of naast lagere LFNP functie in het domein Leiding. Voorbeeld: de functiebeschrijving chef districtsrecherche met daarop vermeld schaal 11 dient te worden gematcht met de naast hogere of naast lagere LFNP functie, derhalve met teamchef B in schaal 10 of teamchef C in schaal 12. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan hetgeen is bepaald in artikel 3, vijfde lid, van de Regeling overgang naar een LFNP functie.
Stap 7: De functiebeschrijvingen binnen het LFNP domein Uitvoering of Ondersteuning indelen in een LFNP vakgebied
Nadat het domein is bepaald, vindt vervolgens indeling plaats in een vakgebied. Hiertoe wordt kern en / of doel van de functie in aanmerking genomen en vergeleken met de resultaatomschrijvingen van de LFNP vakgebieden uit het betreffende domein en zoals genoemd in bijlage 2. In principe wordt een functiebeschrijving ingedeeld in een vakgebied. Wanneer niet aanstonds een keuze voor een vakgebied kan worden gemaakt, wordt de functiebeschrijving ingedeeld in het vakgebied dat het meest vergelijkbaar is. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan hetgeen is bepaald in artikel 3, vierde lid, onderdeel b van de Regeling overgang naar een LFNP functie.
Hulpvragen:
- ?
Wat is de kern en / of het doel van de functie?
Hulpmateriaal:
- ?
Ingevulde orientatieformulieren.
Uitkomst per functie vastleggen en motiveren op functievergelijkingsformulier (Bijlage 4: functievergelijkingsformulier).
Resultaat:
Een indeling van de functiebeschrijvingen in een LFNP vakgebied.
Stap 8: Iedere functiebeschrijving vergelijken met LFNP functiebeschrijvingen binnen een LFNP vakgebied in de domeinen Uitvoering en Ondersteuning
Nadat het vakgebied is bepaald, wordt vervolgens de meest vergelijkbare LFNP functie binnen het gekozen vakgebied vastgesteld. Hiertoe dient als volgt gehandeld te worden:
- ?
indien de op de functiebeschrijving vermelde salarisschaal overeenkomt met de salarisschaal van een LFNP functie in het gekozen vakgebied, wordt die functie beschouwd als de meest vergelijkbare functie;
- ?
indien de op de functiebeschrijving vermelde salarisschaal niet voorkomt in het gekozen vakgebied, wordt de naast hogere of naast lagere LFNP functie gekozen als de meest vergelijkbare functie.
Hiermee wordt uitvoering gegeven aan hetgeen is bepaald in artikel 3, vierde lid, onderdeel c, respectievelijk artikel 3, vijfde lid, van de Regeling overgang naar een LFNP functie.
Hulpmateriaal:
- ?
Ingevuld orientatieformulier
Uitkomst per functie vastleggen en motiveren op functievergelijkingsformulier (Bijlage 4: functievergelijkingsformulier).
Resultaat
Een concept match tussen een functiebeschrijving en een LFNP functie.
Stap 9: Eventueel toekennen van een werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit
Zodra sprake is van een concept match met een LFNP functie, als bedoeld in stap 8, wordt door het matchingsteam beoordeeld of op basis van de functiebeschrijving aanleiding bestaat om een aan de betreffende LFNP functie gekoppeld werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit toe te kennen. Een werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit is namelijk een verbijzondering van de betreffende LFNP functie en is daarmee onderdeel van het criterium meest vergelijkbare LFNP functie.
Voorbeeld: de functiebeschrijving van wijkagent met daarop vermeld salarisschaal 8 wordt gematcht met: domein Uitvoering > vakgebied GGP > LFNP functie senior GGP > werkterrein wijkagent.
Indien van toepassing uitkomst per functie vastleggen op functievergelijkingsformulier (Bijlage 4: functievergelijkingsformulier).
Resultaat
Een concept match tussen een functiebeschrijving en een LFNP functie met daaraan gekoppeld een werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit.
Stap 9a: Overige werkzaamheden
Overige werkzaamheden is de verzamelnaam voor extra werkzaamheden en specifieke werkzaamheden zoals deze in de uitgangspositie (zoals bedoeld in artikel 1, aanhef, en onderdeel r, van de Regeling overgang naar een LFNP functie) voor een individuele ambtenaar is vastgelegd op enig moment vanaf 31 december 2009 tot en met 31 december 2011.
Bijzondere situaties en afspraken, die ook kunnen zijn opgenomen in de uitgangspositie, blijven in het kader van de organieke matching geheel buiten beschouwing omdat deze zich niet lenen voor enige wijze van matching.
Voorbeelden hiervan zijn een detachering buiten de sector politie of het lidmaatschap van een ondernemingsraad.
Het uitgangspunt voor de behandeling van overige werkzaamheden is de concept match, bedoeld in stap 8 dan wel stap 9.
Het matchingsteam behandelt overige werkzaamheden op basis van de hierna vermelde indeling in twee categorieen (A en B) en de verdere uitwerking hiervan in subcategorieen (A1 tot en met A5).
Voor zover overige werkzaamheden door een korps zijn aangeleverd met vermelding van een tijdsbeslag dient dit door het matchingsteam buiten beschouwing gelaten te worden. Met tijdsbeslag wordt in dit verband bijvoorbeeld bedoeld het aantal uren of percentage van de wekelijkse arbeidstijd dat aan overige werkzaamheden werd besteed. In het systeem LFNP is immers voor toekenning van een werkterrein, aandachtsgebied en specifieke functionaliteit het tijdsbeslag ervan in relatie tot de arbeidstijd niet relevant.
Zowel bij categorie A als categorie B is het systeem LFNP van doorslaggevende betekenis omdat overige werkzaamheden uitsluitend omgezet kunnen worden naar het (meest) vergelijkbare werkterrein, aandachtsgebied en specifieke functionaliteit indien een bepaalde LFNP functie dat werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit kent en voldaan wordt aan de definitie van werkterrein, aandachtsgebied en specifieke functionaliteit als bedoeld in artikel 1, lid 1 aanhef, en onderdelen kk, ll en mm, van het Besluit algemene rechtspositie politie.
Categorie A >
Concept matches waarbij de overige werkzaamheden niet van invloed en betekenis zijn voor de concept match, bedoeld in stap 8 en stap 9.
A1:
Een concept match met een LFNP functie in het domein Leiding.
Voorbeeld: een concept match met de LFNP functie teamchef B ondergaat geen wijziging door overige werkzaamheden.
A2:
Een concept match met een LFNP functie in het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning dat geen werkterrein, aandachtsgebied en specifieke functionaliteit kent.
Voorbeeld in het domein Uitvoering: een concept match met de LFNP functie assistent A Intake & Service ondergaat geen wijziging door overige werkzaamheden.
Voorbeeld in het domein Ondersteuning: een concept match met de LFNP functie medewerker Huisvesting, Services en Middelen C ondergaat geen wijziging door overige werkzaamheden.
A3:
Een concept match met een LFNP functie in het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning dat wel een werkterrein, aandachtsgebied en specifieke functionaliteit kent, maar waarmee de overige werkzaamheden niet (meest) vergelijkbaar is.
Voorbeeld: een concept match met de LFNP functie generalist Tactische Opsporing in het domein Uitvoering ondergaat geen wijziging door overige werkzaamheden op het gebied van ICT. Weliswaar is ICT een werkterrein, doch dit werkterrein kan uitsluitend worden toegekend aan bepaalde LFNP vakgebieden in het domein Ondersteuning.
A4:
Een concept match met een LFNP functie in het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning dat al dan niet een werkterrein, aandachtsgebied en specifieke functionaliteit kent, maar waarbij de overige werkzaamheden geacht kunnen worden reeds een onderdeel te zijn van de concept match met een bepaalde LFNP functie.
Voorbeeld: een concept match met de LFNP functie generalist GGP ondergaat geen wijziging door de overige werkzaamheden als biker of als motorrijder.
Toelichting:
De aanduidingen `mountainbike?? en `motorfiets? beschrijven de wijze waarop de werkzaamheden worden uitgeoefend.
NB: dat wel een werkterrein Beredenen en een werkterrein Hondengeleiding in het vakgbied GGP voorkomt, maakt dit niet anders omdat het systeem LFNP leidend is.
A5:
Een concept match met een LFNP functie waarbij om andere redenen de overige werkzaamheden niet kunnen leiden tot een werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit.
Voorbeeld: een concept match met welke LFNP functie dan ook ondergaat geen wijziging door de overige werkzaamheden ''twitteren'' omdat dit geen specifieke deskundigheid of expliciete specialistische inzet en inbreng vereist als bedoeld in de definitie van een werkterrein en aandachtsgebied respectievelijk specifieke functionaliteit.
Resultaat bij indeling in categorie A:
Geen wijziging ten opzichte van stap 8 respectievelijk stap 9.
Categorie B >
Concept matches waarbij de overige werkzaamheden van invloed en betekenis zijn voor de concept match, bedoeld in stap 8 en stap 9 en die niet vallen onder categorie A.
Een concept match met een LFNP functie waarvoor een werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit mogelijk is op grond van het systeem LFNP en waarmee de overige werkzaamheden (het meest) vergelijkbaar zijn. Hierdoor wijzigt de concept match met een LFNP functie -zoals bepaald in stap 8 of stap 9- niet, doch deze wordt aangevuld met het gekozen werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit.
Afhankelijk van de inhoud van de overige werkzaamheden, leidt dit tot:
- ?
een (of meer) werkterrein(en) dan wel een werkterrein met eventueel een (of meer) aandachtsgebied(en);
- ?
een (of meer) specifieke functionaliteit(en).
Voorbeeld in het domein Uitvoering: een concept match met de LFNP functie generalist Tactische Opsporing met overige werkzaamheden `hennep? leidt tot het werkterrein Verdovende middelen.
Voorbeeld in het domein Ondersteuning: een concept match met de LFNP functie Bedrijfsvoeringspecialist A met overige werkzaamheden `MD-advies? leidt tot het werkterrein Personeel & Organisatie en het aandachtsgebied Personeelsontwikkeling.
Resultaat bij indeling in categorie B:
Een concept match tussen een functiebeschrijving met daarbij behorende overige werkzaamheden en een LFNP functie met daaraan gekoppeld een werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit.
Stap 10: Vastlegging van de uitkomst van de matching
De uitkomst van de matching van de functiebeschrijving met een LFNP functie en eventueel een werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit wordt door het matchingsteam vastgelegd in het reeds aangemaakte functievergelijkingsformulier. Dit formulier maakt na afronding van de matching integraal deel uit van de concept-transponeringstabel. Het matchingsteam levert het functievergelijkingsformulier aan bij het projectbureau voor verwerking in de centrale matchingsdatabase.
Resultaat:
Een geregistreerde concept match.
III. Afronden proces organieke matching:
Stap 11: Toetsing en formalisering van de concept-matches
De leden van de kerngroep beoordelen het resultaat van de matching en de hiertoe opgemaakte functievergelijkingsformulieren. De werkgroep matching formaliseert het resultaat vervolgens en geeft opdracht aan het projectbureau om de matches op te nemen op de concept-transponeringstabel. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan hetgeen is bepaald in artikel 2, derde lid, onderdeel d, respectievelijk artikel 5, leden 5 en 6 van het reglement voor de werkwijze van de werkgroep matching.
Resultaat:
Een door de werkgroep matching geformaliseerde concept-transponeringstabel, inclusief de functievergelijkingsformulieren.
Stap 12: Beoordeling concept-transponeringstabel
De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter ondertekenen de concept-transponeringstabel en leggen deze inclusief eventuele bijzonderheden over de matchingsresultaten en de door hen ondertekende functievergelijkingsformulieren voor aan het GOP ter overeenstemming.
Alle overige functiebescheiden zijn naar behoefte op te vragen bij het projectbureau matching.
Resultaat:
Een ondertekende en aan het GOP ter overeenstemming aangeboden concept-transponeringstabel inclusief de functievergelijkingsformulieren.
Stap 13: Vaststellen transponeringstabel
De transponeringstabel wordt na overeenstemming in het GOP vastgesteld door de minister en wordt ter inzage gelegd bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie en bekend gemaakt op de website www.cao-politie.nl .
Resultaat:
Een door het GOP beoordeelde en door de minister vastgestelde transponeringstabel.
Stap 14: Publicatie van de transponeringstabel
Het projectbureau draagt naast de gebruikelijke procedure voor publicatie zorg voor de bekendmaking van de transponeringstabel op het intranet van de korpsen, inclusief de daarbij behorende vastgestelde functievergelijkingsformulieren. Ook zal de transponeringstabel worden bekend gemaakt op de website http://ikwerkbijdepolitie.politieacademie.politie.nl .
Daarnaast stelt het projectbureau matching op basis van de door de minister vastgestelde transponeringstabel een transponeringstabel per korps op en stelt deze ter beschikking aan de korpsen voor publicatie op het korpsintranet.
Resultaat:
Een gepubliceerde transponeringstabel als basis voor het vervolgproces `de individuele overgang naar een LFNP functie?.