Einde inhoudsopgave
Faillissementswet
Artikel 382 [Verslag van stemming onderhands akkoord]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
07-10-2020, Stb. 2020, 414 (uitgifte: 03-11-2020, kamerstukken: 35249)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-2020, Stb. 2020, 415 (uitgifte: 03-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
1.
De schuldenaar of de herstructureringsdeskundige, bedoeld in artikel 371, eerste lid, zo die is aangewezen, stelt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen zeven dagen na de stemming een verslag op dat vermeldt:
- a.
de namen van de schuldeisers en aandeelhouders of, als dit niet mogelijk is, een verwijzing naar één of meer categorieën van schuldeisers en aandeelhouders, die een stem hebben uitgebracht en of zij zich daarbij voor of tegen het akkoord hebben uitgesproken, alsmede de hoogte van het bedrag van hun vorderingen dan wel het nominale bedrag van hun aandelen;
- b.
de uitslag van de stemming, en
- c.
of de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige voornemens zijn een verzoek als bedoeld in artikel 383, eerste lid, in te dienen, en indien dat het geval is, wat verder rondom de stemming of, indien aan de orde, bij de vergadering waarin deze heeft plaatsgevonden, is voorgevallen en relevant is in het kader van dat verzoek.
2.
De schuldenaar of de herstructureringsdeskundige stelt de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders onverwijld in staat van het verslag kennis te nemen. Wordt door de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige een verzoek gedaan als bedoeld in artikel 383, eerste lid, dan deponeert hij het verslag ter griffie van de rechtbank. Het verslag ligt aldaar ter kosteloze inzage van de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders totdat de rechtbank heeft beslist op het verzoek, bedoeld in artikel 383, eerste lid.