Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
Artikel 161 Erkenning van producentenorganisaties in de sector melk en zuivelproducten
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2017
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2018.
- Bronpublicatie:
13-12-2017, PbEU 2017, L 350 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 2017/2393)
- Inwerkingtreding
30-12-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2017, PbEU 2017, L 350 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 2017/2393)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten erkennen op verzoek als producentenorganisatie in de sector melk en zuivelproducten alle rechtspersonen of duidelijk omschreven onderdelen van die rechtspersonen, op voorwaarde dat:
- a)
zij bestaan uit producenten in de sector melk en zuivelproducten en op hun initiatief zijn opgericht en zij een specifieke doelstelling nastreven, die kan bestaan uit een of meer van de volgende doelen:
- i)
verzekeren dat de productie wordt gepland en op de vraag wordt afgestemd, met name wat omvang en kwaliteit betreft;
- ii)
het aanbod en het op de markt brengen van de producten van hun leden concentreren;
- iii)
de productiekosten optimaliseren en de producentenprijzen stabiliseren;
- b)
zij een minimumaantal leden hebben en/of beschikken over een door de betrokken lidstaat vastgesteld minimumvolume verkoopbare productie in het gebied waar zij actief zijn;
- c)
er voldoende bewijs voorhanden is dat zij in staat zijn hun activiteiten naar behoren te verrichten, vanuit het oogpunt van duur, doeltreffendheid en concentratie van het aanbod;
- d)
zij over statuten beschikken die in overeenstemming zijn met de onder a), b) en c).
2.
De lidstaten kunnen besluiten dat producentenorganisaties die krachtens nationaal recht vóór 2 april 2012 zijn erkend en die de in lid 1 bepaalde voorwaarden vervullen, als erkende producentenorganisatie dienen te worden beschouwd.
3.
De lidstaten:
- a)
nemen, binnen vier maanden na de indiening van een van alle relevante bewijsstukken vergezeld erkenningsverzoek, een besluit inzake de erkenning van een producentenorganisatie; dit verzoek wordt ingediend in de lidstaat waar de organisatie haar hoofdzetel heeft;
- b)
verrichten, op gezette tijden die zij bepalen, controles om zich ervan te vergewissen dat de erkende producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties het bepaalde in dit hoofdstuk naleven;
- c)
leggen die producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties in geval van niet-naleving van of onregelmatigheden bij de uitvoering van de in dit hoofdstuk bedoelde maatregelen de toepasselijke sancties op die zij hebben vastgesteld, en besluiten zo nodig de erkenning in te trekken;
- d)
brengen de Commissie elk jaar, uiterlijk op 31 maart, op de hoogte van alle gedurende het vorige kalenderjaar genomen besluiten tot toekenning, weigering of intrekking van erkenning.