Einde inhoudsopgave
Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen
Artikel 2 Rapportageverplichtingen
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2024
- Bronpublicatie:
12-06-2024, Stcrt. 2024, 19648 (uitgifte: 20-06-2024, regelingnummer: 5531723)
- Inwerkingtreding
01-10-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-2024, Stcrt. 2024, 19648 (uitgifte: 20-06-2024, regelingnummer: 5531723)
- Vakgebied(en)
Horecarecht / Kansspel- en gokactiviteiten
Informatierecht / Reclame
1.
De houders van een vergunning op grond van de artikelen 3, 9, 14b, 16, 24, 27b, 27h, 30c, eerste lid, onder b, en 31 van de wet, rapporteren jaarlijks aan de raad van bestuur over hun wervings- en reclameactiviteiten overeenkomstig door de raad te stellen regels. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op de vorm waarin en de wijze waarop wordt gerapporteerd.
2.
Houders van een vergunning op grond van artikel 3 van de wet, met een vergunningsduur van maximaal zes maanden, rapporteren in hun eindverantwoording over de totale kosten van hun wervings- en reclameactiviteiten.
3.
In de rapportage, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt verslag gedaan van in ieder geval de volgende onderwerpen:
- a.
De in het verslagjaar gebruikte methoden van werving en reclame;
- b.
Het gemiddeld aantal gepersonaliseerde benaderingen van geabonneerde of bij de vergunninghouder geregistreerde spelers, uitgesplitst per methode;
- c.
De standaard overeenkomst tot wederverkopers ten aanzien van de overeengekomen wervings- en reclameactiviteiten;
- d.
Het aantal ontvangen meldingen en klachten over wervings- en reclameactiviteiten van de vergunninghouder;
- e.
Het aantal nieuwe inschrijvingen in het recht van verzet-bestand;
- f.
Het aantal meldingen aangeleverd aan het Bel-me-niet-register als bedoeld in artikel 11.7 van de Telecommunicatiewet;
- g.
Het aantal bonussen dat de vergunninghouder heeft uitgekeerd en de totale waarde van deze bonussen uitgedrukt in euro’s.
4.
De houder van een vergunning tot het organiseren van een speelcasino, tot het aanwezig hebben van een of meer kansspelautomaten in een speelautomatenhal, of tot het organiseren van kansspelen op afstand doet in de rapportage voorts verslag van de wijze waarop hij diens wervings- en reclameactiviteiten heeft afgestemd op de uitkomsten van de risicoanalyse, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het besluit.
5.
De raad van bestuur kan in afwijking van het eerste lid bepalen dat een vergunninghouder of de vergunninghouders vaker dan eenmaal per jaar rapporteren. De raad van bestuur geeft in dat geval aan over welke onderwerpen, bedoeld in het tweede tot en met het vierde lid, moet worden gerapporteerd.