Einde inhoudsopgave
Wet primair onderwijs BES
Artikel 99 Bekostiging scholen
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Bronpublicatie:
25-02-2021, Stb. 2021, 171 (uitgifte: 07-04-2021, kamerstukken: 35605)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2022, Stb. 2022, 114 (uitgifte: 16-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
De bekostiging van een school is bestemd voor kosten voor personeel en exploitatie van die school.
2.
De bekostiging van de scholen wordt in ieder geval verstrekt voor de kosten van:
- a.
de salarissen, toelagen, uitkeringen en vergoedingen voor het personeel;
- b.
personeel op grond van voorschriften bij of krachtens de Ambtenarenwet BES;
- c.
de bijdragen voor het pensioen voor het personeel en dat van de nagelaten betrekkingen;
- d.
het onderhoud van het gebouw en het terrein;
- e.
het energie- en waterverbruik;
- f.
de middelen;
- g.
de administratie, het beheer en het bestuur;
- h.
de loopbaanoriëntatie en -begeleiding;
- i.
de schoonmaak van het gebouw en het terrein; en
- j.
de publiekrechtelijke heffingen, met uitzondering van belastingen ter zake van onroerende zaken.
3.
Het bevoegd gezag wendt met in achtneming van het eilandelijk zorgplan de bekostiging aan voor de kosten, bedoeld in het tweede lid.
4.
Het bevoegd gezag kan de bekostiging mede aanwenden voor de kosten, bedoeld in het tweede lid, van:
- a.
een andere school;
- b.
een school voor voortgezet onderwijs;
- c.
een instelling als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs BES, en
- d.
het expertisecentrum onderwijszorg.
5.
Het bevoegd gezag beheert de middelen van de school op zodanige wijze dat het voortbestaan van de school is verzekerd.
6.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ter uitvoering van het eerste lid.
7.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over het door het bevoegd gezag uitzetten van gelden, het aangaan van geldleningen en het aangaan van verbintenissen voor financiële producten.