Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit motorrijtuigenbelasting 1994
Artikel 5b
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2005
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 5a.
- Bronpublicatie:
16-12-2004, Stb. 2004, 684 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2004, Stb. 2004, 684 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
1.
Artikel 25b van de wet vindt toepassing voor een motorrijtuig dat wordt gebruikt in de uitoefening van de detailhandel en dat is voorzien van een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte die blijvend is ingericht als winkel en uitsluitend als zodanig wordt gebruikt, indien met het motorrijtuig niet wordt gereden op autowegen en autosnelwegen.
2.
De toepassing van artikel 25b van de wet vindt plaats op verzoek.
3.
Het verzoek wordt bij de inspecteur ingediend vóór de aanvang van het tijdvak.
4.
Bij het verzoek worden een of meer foto's overgelegd waaruit blijkt dat het motorrijtuig op de in het eerste lid vermelde wijze is ingericht en waarop het kenteken duidelijk waarneembaar is.
5.
Bij het verzoek wordt een verklaring overgelegd dat als het motorrijtuig niet meer voldoet aan de in het eerste lid genoemde voorwaarden een opgaaf aan de inspecteur zal worden gedaan.
6.
De inspecteur beslist op het verzoek voor bij bezwaar vatbare beschikking. Tenzij in de beschikking anders is bepaald, werkt deze terug tot op het tijdstip waarop het verzoek is ingediend.
7.
Indien aan de in het eerste lid bedoelde voorwaarden niet langer wordt voldaan, trekt de inspecteur de beschikking in. De intrekking geschiedt bij voor bezwaar vatbare beschikking.
8.
Indien degene aan wie de beschikking is verleend niet voldoet aan de verplichting bedoeld in het vijfde lid, wordt de beschikking geacht te zijn vervallen op het tijdstip waarop aan de in het eerste lid gestelde voorwaarden niet meer wordt voldaan.