Einde inhoudsopgave
Wet op de expertisecentra
Artikel 76b Nevenvestiging instellingen
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 76 (uitgifte: 04-03-2020, kamerstukken: 35320)
- Inwerkingtreding
01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2020, Stb. 2020, 98 (uitgifte: 23-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien een bevoegd gezag van een instelling wenst over te gaan tot het inrichten van een nevenvestiging en het daarover overeenstemming heeft bereikt met de andere instellingen en de gemeente waar die nevenvestiging zal worden gevestigd, dient het bevoegd gezag voor 1 februari een daarop betrekking hebbende aanvraag met de gegevens waaruit de bedoelde overeenstemming blijkt, in bij Onze Minister.
2.
Onze Minister beslist voor 1 april daaropvolgend. Indien Onze Minister de inrichting van een nevenvestiging goedkeurt, vangt de bekostiging van die nevenvestiging aan op 1 augustus volgend op de goedkeuring. Voor de bekostiging wordt de nevenvestiging aangemerkt als deel van de instelling die de nevenvestiging in stand houdt.
3.
De nevenvestigingen van instellingen, genoemd in artikel X van de Wet van 31 mei 1995 (Stb. 1995, 319), zoals dat artikel luidde op 1 januari 2012, worden beschouwd als nevenvestiging in de zin van dit artikel.