Einde inhoudsopgave
Wet op het primair onderwijs
Artikel 74a Belangstellingsmeting
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2021
- Bronpublicatie:
20-05-2020, Stb. 2020, 160 (uitgifte: 12-06-2020, kamerstukken: 35050)
- Inwerkingtreding
01-02-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-09-2020, Stb. 2020, 336 (uitgifte: 16-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
De belangstellingsmeting, bedoeld in artikel 74, tweede lid, onderdeel a, wordt uitgevoerd aan de hand van hetzij ouderverklaringen dan wel, in bij ministeriële regeling te bepalen gevallen, een marktonderzoek.
2.
De belangstellingsmeting:
- a.
geeft inzicht in het te verwachten aantal leerlingen op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag, bedoeld in artikel 74, eerste lid; en
- b.
vindt plaats binnen het voedingsgebied dat een gebied omvat dat bestaat uit viercijferige postcodegebieden die geheel of gedeeltelijk zijn gelegen binnen een straal van zes kilometer van de beoogde plaats van vestiging van de school.
3.
Het te verwachten aantal leerlingen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, wordt berekend overeenkomstig de formule q = (y/x *100%) * w * z, waarbij:
- a.
in het geval van keuze voor de ouderverklaring geldt:
y = aantal kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar van wie in de ouderverklaring is aangegeven belangstelling te hebben voor de school in de aanvraag;
x = totaal aantal kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar op 1 januari van het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt gedaan, in het voedingsgebied, bedoeld in het tweede lid, onder b;
w = het totaal aantal kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 11 jaar, vermeerderd met 30 procent van het aantal kinderen in de leeftijd van 12 jaar in het voedingsgebied, bedoeld in het tweede lid onder b, op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag, gebaseerd op gegevens onder meer verstrekt door het Centraal Bureau voor de Statistiek;
z = een bij ministeriële regeling te bepalen correctiefactor;
- b.
in het geval van keuze voor het marktonderzoek geldt:
y = aantal kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar ten aanzien van wie in het marktonderzoek is aangegeven dat er belangstelling is voor de school in de aanvraag;
x = totaal aantal kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar ten aanzien van wie in het marktonderzoek is deelgenomen;
w = het totaal aantal kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 11 jaar vermeerderd met 30 procent van het aantal kinderen in de leeftijd van 12 jaar in het voedingsgebied, bedoeld in het tweede lid onder b, op 1 januari van het elfde jaar na de indiening van de aanvraag, gebaseerd op gegevens onder meer verstrekt door het Centraal Bureau voor de Statistiek;
z = een bij ministeriële regeling te bepalen correctiefactor.
De aanvraag bevat de berekeningen die tot de uitkomst van de formules, bedoeld onder a en b, hebben geleid.
4.
De ouderverklaring, bedoeld in het eerste lid, heeft betrekking op één kind in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar op 1 november van het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt gedaan en wordt ingediend door de ouder van deze leerling.
5.
Het marktonderzoek, bedoeld in het eerste lid:
- a.
heeft betrekking op kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar;
- b.
wordt afgenomen onder de ouders van kinderen, bedoeld in onderdeel a, op een wetenschappelijk verantwoorde manier door een onafhankelijk onderzoeksbureau dat aantoonbaar werkt volgens een door een brancheorganisatie opgestelde gedragscode met betrekking tot de uitvoering van marktonderzoek;
- c.
wordt uitgevoerd aan de hand van een aselecte steekproef uit de kinderen, bedoeld in onderdeel a, die aantoonbaar representatief is voor die kinderen; en
- d.
mag niet ouder zijn dan 24 maanden voorafgaand aan de uiterste indieningsdatum van de aanvraag.
6.
Indien uit de belangstellingsmeting van meer dan één aanvraag blijkt dat de betrokken postcodegebieden, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, elkaar overlappen en daardoor de som van de kinderen voor wie belangstelling is aangetoond in het overlappende voedingsgebied groter is dan het totaal aantal kinderen in het overlappende voedingsgebied, worden de aantallen van de kinderen voor wie belangstelling is aangetoond in het overlappende voedingsgebied naar evenredigheid verminderd tot de som van het totaal kinderen in het overlappende voedingsgebied voor wie belangstelling is aangetoond gelijk is aan het totaal aantal kinderen in het overlappende voedingsgebied.
7.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld aan de uitvoering van de belangstellingsmeting over:
- a.
de wijze waarop de belangstellingsmeting wordt uitgevoerd; en
- b.
de omvang van het marktonderzoek in relatie tot de minimale verhoudingen tussen de verschillende onderdelen van de formule voor de belangstellingsmeting, bedoeld in het derde lid, onderdeel b.