Einde inhoudsopgave
Werkloosheidswet
Artikel 47 [Omvang van de WW-uitkering]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
14-06-2014, Stb. 2014, 216 (uitgifte: 24-06-2014, kamerstukken: 33818)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2014, Stb. 2014, 274 (uitgifte: 17-07-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Uitkeringsvoorwaarden
Sociale zekerheid werkloosheid / Uitkeringshoogte
1.
De uitkering op grond van deze wet bedraagt per kalendermaand:
- a.
0,75 × (A – B × C/D) – E over de eerste twee maanden waarin recht op een uitkering bestaat; en
- b.
0,7 × (A – B × C/D) – E vanaf de derde maand waarin recht op een uitkering bestaat.
Hierbij staat:
A voor het maandloon;
B voor het inkomen in een kalendermaand;
C voor het dagloon;
D voor het dagloon waarnaar de uitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag; en
E voor het inkomen in verband met arbeid.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat onder inkomen in verband met arbeid, bedoeld in het eerste lid wordt verstaan.