Einde inhoudsopgave
Protocol inzake de behandeling van aangiften bij een ministerie, het openbaar ministerie of de procureur-generaal bij de Hoge Raad tegen leden van de Staten-Generaal, Ministers en Staatssecretarissen, Ministerie van Justitie en Veiligheid
1 Ontvanger
Geldend
Geldend vanaf 31-01-2018
- Bronpublicatie:
11-10-2017, Stcrt. 2018, 3803 (uitgifte: 31-01-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-10-2017, Stcrt. 2018, 3803 (uitgifte: 31-01-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
Staatsrecht / Algemeen
Aangifte van een strafbaar feit tegen een (voormalig) bewindspersoon of Kamerlid of een onbekende persoon (waarbij uit het feitencomplex het vermoeden ontstaat, dat het feit door betrokkene is gepleegd in diens betrekking als bewindspersoon of Kamerlid)1., is ontvangen door:
- a.
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie;
- b.
Een ander ministerie;
- c.
Het openbaar ministerie (OM) (of de politie);
- d.
de procureur-generaal bij de Hoge Raad (pg HR).
Voetnoten
Ter wille van de leesbaarheid wordt in de rest van dit protocol slechts gesproken over ‘bewindspersoon of Kamerlid’, waarbij dan uiteraard eveneens wordt gedoeld op voormalige bewindspersonen, voormalige Kamerleden en de genoemde onbekende personen.