Einde inhoudsopgave
Tijdelijk crisiskader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie na de Russische agressie tegen Oekraïne
1.5 Toepasselijkheid van artikel 107, lid 3, punt b), VWEU
Geldend
Geldend vanaf 09-11-2022
- Bronpublicatie:
09-11-2022, PbEU 2022, C 426 (uitgifte: 09-11-2022, regelingnummer: 2022/C 426/01)
- Inwerkingtreding
09-11-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-11-2022, PbEU 2022, C 426 (uitgifte: 09-11-2022, regelingnummer: 2022/C 426/01)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Staatssteun (V)
Energierecht / Algemeen
(48)
Krachtens artikel 107, lid 3, punt b)), VWEU kan de Commissie steunmaatregelen ‘om een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat op te heffen’ met de interne markt verenigbaar verklaren. De Europese rechtscolleges hebben ter zake geoordeeld dat de verstoring de economie van de betrokken lidstaat in haar geheel of voor een aanzienlijk deel moet aantasten, en niet louter de economie van een van de regio's of delen van zijn grondgebied. Dit strookt overigens met de noodzaak om uitzonderingsbepalingen zoals artikel 107, lid 3, punt b), VWEU strikt te interpreteren (1). De Commissie heeft die uitlegging in haar beschikkingspraktijk consistent toegepast (2).
(49)
De Commissie is van oordeel dat de Russische agressie tegen Oekraïne, de door de EU of haar internationale partners opgelegde sancties en de tegenmaatregelen van bijvoorbeeld Rusland, voor aanzienlijke economische onzekerheid hebben gezorgd, handelsstromen en toeleveringsketens hebben verstoord en hebben geleid tot uitzonderlijk grote en onverwachte prijsstijgingen, met name voor aardgas en elektriciteit, maar ook voor talrijke andere input en grondstoffen en primaire goederen, onder meer ook in de agrovoedingssector. De combinatie van al die effecten heeft in alle lidstaten een ernstige verstoring in de economie veroorzaakt. Verstoringen van de toeleveringsketens en toegenomen onzekerheid hebben directe of indirecte effecten die talrijke bedrijfstakken raken. Daarbij komt dat stijgende energieprijzen nagenoeg alle economische activiteiten in alle lidstaten raken. Daarom is de Commissie van oordeel dat een brede groep economische sectoren in alle lidstaten door een ernstige economische verstoring wordt geraakt. Op grond daarvan acht de Commissie het passend om de criteria vast te stellen voor de beoordeling van staatssteunmaatregelen die lidstaten eventueel nemen om die ernstige verstoring op te heffen.
(50)
Staatssteun is met name gerechtvaardigd en kan op grond van artikel 107, lid 3, punt b), VWEU — voor een beperkte periode — met de interne markt verenigbaar worden verklaard indien deze dient om de liquiditeitskrapte te verhelpen waarmee ondernemingen te maken krijgen die direct of indirect worden geraakt door de ernstige verstoring in de economie die wordt veroorzaakt door de Russische militaire agressie tegen Oekraïne, de sancties opgelegd door de EU of haar internationale partners, alsmede de economische tegenmaatregelen van bijvoorbeeld Rusland.
(51)
De Commissie stelt in deze mededeling de criteria vast die zij bij de verenigbaarheidsbeoordeling in beginsel zal toepassen op steun die de lidstaten in deze context op grond van artikel 107, lid 3, punt b), VWEU toekennen. De lidstaten moeten daarom aantonen dat de staatssteunmaatregelen die zij bij de Commissie aanmelden en die onder deze mededeling vallen, noodzakelijk, passend en evenredig zijn om een ernstige verstoring in de economie van de betrokken lidstaat op te heffen, en dat aan alle vereisten van deze mededeling is voldaan.
(52)
Staatssteunmaatregelen die op grond van deze mededeling worden aangemeld en beoordeeld, dienen om in de EU actieve ondernemingen te ondersteunen die worden geraakt door de Russische militaire agressie en/of de gevolgen van de opgelegde economische sancties en de als vergelding genomen tegenmaatregelen van bijvoorbeeld Rusland. De steunmaatregelen mogen op geen enkele wijze worden gebruikt om de beoogde effecten van sancties die de EU of haar internationale partners hebben opgelegd, te ondermijnen en moeten de anti-ontwijkingsregels van de toepasselijke verordeningen volledig in acht nemen (3). Met name moet worden vermeden dat gesanctioneerde natuurlijke personen of entiteiten direct of indirect van een van deze maatregelen profiteren (4).
(53)
Staatssteunmaatregelen die onder deze mededeling vallen, mogen onderling worden gecumuleerd in overeenstemming met de voorwaarden uit de specifieke afdelingen van deze mededeling. Staatssteunmaatregelen die onder deze mededeling vallen, mogen worden gecumuleerd met steun op grond van de-minimisverordeningen (5) of met steun op grond van groepsvrijstellingsverordeningen (6), op voorwaarde dat de bepalingen en cumuleringsregels van die verordeningen in acht worden genomen. Staatssteunmaatregelen die onder deze mededeling vallen, mogen worden gecumuleerd met steun op grond van het tijdelijke COVID-19-steunkader(7), op voorwaarde dat de respectieve cumuleringsregels in acht worden genomen. Wanneer lidstaten aan dezelfde begunstigde leningen of garanties verstrekken op grond van zowel het tijdelijke COVID-19-steunkader als deze mededeling en wanneer het totale bedrag van de hoofdsom van de lening wordt berekend op basis van door de begunstigde zelf opgegeven liquiditeitsbehoeften, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat die liquiditeitsbehoeften slechts eenmaal met steun worden gedekt. Evenzo mag steun op grond van deze mededeling met steun op grond van artikel 107, lid 2, punt b), VWEU worden gecumuleerd, maar mag er geen overcompensatie zijn van de door de begunstigde geleden schade.
Voetnoten
Gevoegde zaken T-132/96 en T-143/96, Freistaat Sachsen e.a./Commissie, ECLI:EU:T:1999:326, punt 167.
Beschikking 98/490/EG van de Commissie betreffende de door Frankrijk aan de groep Crédit Lyonnais verleende steun (PB L 221 van 8.8.1998, blz. 28), punt 10.1; Beschikking 2005/345/EG van de Commissie in zaak C 28/02, Bankgesellschaft Berlin (PB L 116 van 4.5.2005, blz. 1), punten 153 en volgende; en Beschikking 2008/263/EG van de Commissie in zaak C 50/06, BAWAG (PB L 83 van 26.3.2008, blz. 7), punt 166. Zie besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel NN 70/07 — Reddingssteun voor Northern Rock (PB C 43 van 16.2.2008, blz. 1); besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel NN 25/08 — Risikoabschirmung WestLB (PB C 189 van 26.7.2008, blz. 3); Beschikking 2009/341/EG van de Commissie van 4 juni 2008 betreffende een steunmaatregel C 9/08 (ex NN 8/08, CP 244/07) van Duitsland ten gunste van Sachsen LB, PB L 104 van 24.4.2009, blz. 34. en Besluit (EU) 2018/1040 van de Commissie van 16 juni 2017 betreffende steunmaatregel SA.32544 (2011/C) ten gunste van de Griekse spoorwegmaatschappij TRAINOSE S.A. (PB L 186 van 24.7.2018, blz. 25).
Zie bv. artikel 12 van Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L 229 van 31.7.2014, blz. 1).
Gezien de specifieke situatie van twee opeenvolgende crises die ondernemingen op meerdere manieren hebben getroffen, kunnen lidstaten ervoor opteren om op grond van deze mededeling ook steun te verlenen aan ondernemingen in moeilijkheden.
Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 1); Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 9); Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PB L 190 van 28.6.2014, blz. 45); en Verordening (EU) nr. 360/2012 van de Commissie van 25 april 2012 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PB L 114 van 26.4.2012, blz. 8).
Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (algemene groepsvrijstellingsverordening) (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1); Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014, blz. 1); en Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 369 van 24.12.2014, blz. 37).
Mededeling van de Commissie — Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (PB C 91 I van 20.3.2020, blz. 1), gewijzigd bij de mededelingen van de Commissie C(2020) 2215 (PB C 112I van 4.4.2020, blz. 1), C(2020) 3156 (PB C 164 van 13.5.2020, blz. 3), C(2020) 4509 (PB C 218 van 2.7.2020, blz. 3), C(2020) 7127 (PB C 340I van 13.10.2020, blz. 1), C(2021) 564 (PB C 34 van 1.2.2021, blz. 6) en C(2021) 8442 (PB C 473 van 24.11.2021, blz. 1).