Einde inhoudsopgave
Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens
Artikel 15 Waarborgen omtrent hulp verleend door aangewezen instanties
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1985
- Bronpublicatie:
28-01-1981, Trb. 1988, 7 (uitgifte: 26-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-1981, Trb. 1988, 7 (uitgifte: 26-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Privacy / Handhaving persoonsbescherming
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Informatierecht / ICT
1.
Een door een Partij aangewezen instantie die van een door een andere Partij aangewezen instantie inlichtingen heeft ontvangen, hetzij ter ondersteuning van een verzoek om hulp, hetzij in antwoord op een verzoek om hulp dat zij zelf heeft gedaan, mag deze inlichtingen niet voor andere doeleinden gebruiken dan vermeld in het verzoek om hulp.
2.
Elke Partij ziet erop toe dat personen die behoren tot of handelen namens de aangewezen instantie verplicht worden de nodige geheimhouding of vertrouwelijkheid te betrachten ten aanzien van die inlichtingen.
3.
In geen geval mag een aangewezen instantie een verzoek om hulp namens een in het buitenland verblijf houdende betrokkene als bedoeld in artikel 14, tweede lid, eigener beweging en zonder de uitdrukkelijke toestemming van die persoon indienen.