Einde inhoudsopgave
Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens
Artikel 14 Hulp aan in het buitenland verblijf houdende betrokkenen
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1985
- Bronpublicatie:
28-01-1981, Trb. 1988, 7 (uitgifte: 26-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-1981, Trb. 1988, 7 (uitgifte: 26-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Privacy / Handhaving persoonsbescherming
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Informatierecht / ICT
1.
Elke Partij verleent hulp aan iedere in het buitenland verblijf houdende persoon waar het de uitoefening betreft van de rechten vervat in zijn interne recht, ter uitvoering van de in artikel 8 van dit Verdrag nedergelegde grondbeginselen.
2.
Indien zulk een persoon op het grondgebied van een andere Partij verblijf houdt, kan hij desgewenst zijn verzoek indienen door tussenkomst van de door die Partij aangewezen instantie.
3.
Het verzoek om hulp dient alle nodige informatie te bevatten met betrekking tot in het bijzonder:
- a.
naam, adres en andere benodigde gegevens ter identificatie van de verzoeker;
- b.
het geautomatiseerde bestand van persoonsgegevens waarop het verzoek betrekking heeft of de houder hiervan;
- c.
het doel van het verzoek.