Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 534 [Toekenning schadevergoeding naar billijkheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 534 (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
22-02-2017, Stb. 2017, 82 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken: 34086)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
1.
De toekenning van een schadevergoeding heeft steeds plaats, indien en voor zover daartoe, naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
2.
Bij de bepaling van het bedrag wordt ook rekening gehouden met de levensomstandigheden van de gewezen verdachte.
3.
Indien de rechter beslist tot het toekennen van schadevergoeding, wordt het uit te keren bedrag verrekend met geldboeten en andere aan de staat verschuldigde geldsommen, tot betaling waarvan de verzoeker bij onherroepelijk geworden vonnis of arrest in een strafzaak is veroordeeld of tot betaling waartoe de verzoeker op grond van een jegens hem uitgevaardigde, onherroepelijk geworden strafbeschikking verplicht is, een en ander voor zover die nog niet door hem zijn voldaan.
4.
In plaats van het toekennen van schadevergoeding kan de rechter beschikken dat de dagen die de gewezen verdachte op grond van een bevel tot inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis in detentie heeft doorgebracht – geheel of gedeeltelijk – in mindering worden gebracht bij de tenuitvoerlegging van een uit anderen hoofde opgelegde onherroepelijke vrijheidsstraf.
5.
De beschikking wordt onverwijld aan de gewezen verdachte of aan zijn erfgenamen betekend.