Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen 2020
7.5.3 Nadere toelichting: toerekenen aan tijdvak van drie maanden
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2020
- Redactionele toelichting
De dag van de datum van afkondiging is gezet op 01.
- Bronpublicatie:
01-09-2020, Internet 2020, www.uwv.nl (uitgifte: 01-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-2020, Internet 2020, www.uwv.nl (uitgifte: 01-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
De werkgever moet melden als hij het voornemen heeft om binnen een tijdvak van drie maanden 20 of meer arbeidsovereenkomsten te beëindigen. Voor het toerekenen aan het tijdvak van drie maanden is bepalend de (voorgenomen) datum waarop:
- —
de toestemming wordt gevraagd bij UWV of cao-commissie;
- —
de arbeidsovereenkomst wordt opgezegd als geen toestemming is vereist of niet is gevraagd;
- —
het ontbindingsverzoek wordt ingediend;
- —
de beëindigingsovereenkomst op initiatief van de werkgever (met wederzijds goedvinden) wordt gesloten.
Voor het tijdvak van drie maanden is bepalend het moment waarop werkgever een of meer van de hiervoor genoemde handelingen verwacht te verrichten. Het gaat om het tijdvak van drie maanden waarin het voornemen van het beëindigen in een handeling tot uitdrukking komt. De werkgever geeft dus aan wanneer hij verwacht dat hij verzoeken bij UWV indient of de beëindigingsovereenkomsten sluit.
Niet van belang is de datum van de toestemming, de opzegdatum (voor zover wel toestemming is vereist), de datum van de ontbindingsbeschikking of de dag waarop de arbeidsovereenkomst zal eindigen.
Hierna wordt een aantal in de praktijk voorkomende situaties besproken.
Een werkgever heeft het voornemen om ten minste 20 werknemers te ontslaan, maar het is niet duidelijk binnen welk tijdsbestek dit zal plaatsvinden. De werkgever doet er goed aan om het voornemen toch te melden vanwege de mogelijke consequenties van het niet naleven van de meldingsplicht. De kantonrechter kan op verzoek van de werknemer de opzegging of de beëindigingsovereenkomst vernietigen als de werkgever niet heeft gemeld (zie paragraaf 7.11).
Een werkgever heeft aanvankelijk het voornemen om minder dan 20 werknemers te ontslaan. Hij doet geen melding. Door onvoorziene omstandigheden stelt de werkgever op een later tijdstip vast dat hij over de grens van 20 werknemers heengaat. De WMCO is dan van toepassing en de werkgever dient alsnog te melden.
Een werkgever verwacht minder dan 20 werknemers te ontslaan, maar mogelijk worden het er toch ten minste 20. Als dit een reële mogelijkheid is en werkgever motiveert dit in de melding, dan beschouwt UWV dit als een melding in de zin van artikel 3, lid 1, WMCO.
Bij overgang van onderneming gaat een melding door de vervreemder niet van rechtswege over op de verkrijger. Blijft het voornemen bestaan om ten minste 20 werknemers te ontslaan, dan dient de verkrijger zelfstandig een (nieuwe) melding te doen.
Ook als de werkgever geen ontslagaanvraag bij UWV of de cao-commissie indient of zal indienen, maar wel binnen een tijdvak van drie maanden in totaal 20 of meer werknemers via een beëindigingsovereenkomst of ontbindingsprocedure wil ontslaan, is de WMCO van toepassing. Voor de toepassing van de WMCO maakt het dus geen verschil langs welke weg de werkgever ontslagen om bedrijfseconomische redenen wil realiseren.
Voorbeeld
Een werkgever heeft een meldingsplicht als hij om bedrijfseconomische redenen het voornemen heeft om binnen een tijdvak van drie maanden 14 ontslagaanvragen bij UWV in te dienen, 1 ontbindingsprocedure bij de kantonrechter te starten en met 5 werknemers een beëindigingsovereenkomst te sluiten (of daar daadwerkelijk toe overgaat).