Einde inhoudsopgave
Schepenwet
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1998
- Bronpublicatie:
12-04-1995, Stb. 1995, 301 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23237 Overheid.nl: 23237)
- Inwerkingtreding
01-05-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-04-1998, Stb. 1998, 239 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
In de Nederlandse Antillen en in Aruba wordt het besluit tot aanhouding schriftelijk genomen en gemotiveerd. Het besluit wordt bekendgemaakt aan de eigenaar en aan de kapitein. De ambtenaar van de Scheepvaartinspectie die de aanhouding heeft verricht, deelt elke beslissing tot aanhouding of tot opheffing daarvan mede aan de betrokken ambtenaar, belast met de in- of uitklaring.
2.
Na ontvangst van een bericht van aanhouding, als in het eerste lid bedoeld, verleenen de daar genoemde belastingambtenaren geene expeditie, alvorens hun zal zijn bericht, dat de aanhouding is opgeheven.
3.
De in het eerste lid bedoelde belastingambtenaren verleenen geene expeditie voor een schip, dat bestemd is om buitengaats te worden gebracht, wanneer daarvoor op eerste aanvraag geen geldig certificaat waaruit de deugdelijkheid van het schip blijkt of geene geldige vergunning, als bedoeld in artikel 2bis, wordt getoond.