Einde inhoudsopgave
Schepenwet
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1998
- Bronpublicatie:
12-04-1995, Stb. 1995, 301 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23237 Overheid.nl: 23237)
- Inwerkingtreding
01-05-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-04-1998, Stb. 1998, 239 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Meent een ambtenaar der scheepvaartinspectie, dat niet is of zal worden voldaan aan alle bij of krachtens de artikelen 3a, eerste lid, 4 of 11, tweede lid, bepaalde eisen en voorschriften, dan bericht hij dit zoo spoedig mogelijk aan den eigenaar en aan den kapitein van dat schip en gelijktijdig aan zijnen onmiddellijken chef, onder mededeeling aan ieder hunner van hetgeen naar zijne meening ontbreekt.
2.
Op verlangen van den eigenaar of van den kapitein bericht hij dezen op welke wijze naar zijne meening in het ontbrekende kan worden voorzien.
3.
Blijkt hem ten slotte, dat niet in voldoende mate aan zijne aanwijzingen gevolg is gegeven, dan geeft hij van zijn gevoelen onder vermelding van redenen aan den eigenaar en aan den kapitein en aan den in het eerste lid bedoelden chef kennis.