Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling zeevisserij
Bijlage b1 Steekproefplan voor ‘Wegen aan boord’ van verse visserijproducten o.b.v. artikel 60 (3) van Vo 1224/2009
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
14-12-2022, Stcrt. 2022, 33968 (uitgifte: 20-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22571108)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, Stcrt. 2022, 33968 (uitgifte: 20-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22571108)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
behorende bij de artikel 1, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij
1. Inleiding
Conform artikel 60 (1 en 2) van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) moet garanderen (hierna: Controleverordening) zien lidstaten erop toe dat alle visserijproducten bij aanlanding worden gewogen op door de bevoegde autoriteiten goedgekeurde systemen.
Bij wijze van afwijking mogen de lidstaten conform artikel 60 (3) toestaan dat visserijproducten aan boord van een vissersvaartuig worden gewogen volgens een door de Commissie goedgekeurd steekproevenplan dat is vastgesteld overeenkomstig de methode die is beschreven in bijlage XX van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (hierna: Uitvoeringsverordening).
Nederland maakt gebruik van deze mogelijkheid voor vissersvaartuigen om te wegen aan boord. Naar aanleiding hiervan is onderhavig steekproefplan opgesteld. Voor de doelgroep die toestemming heeft om te mogen wegen aan boord kan na aanlanding volstaan worden met het nemen van een steekproefweging i.p.v. een 100% weging.
Alle Europese vissersvaartuigen die verse visserijproducten in Nederland aanlanden waarvan de desbetreffende lidstaat heeft toegestaan dat visserijproducten aan boord van het vissersvaartuig mogen worden gewogen kunnen gebruik maken van dit Nederlandse steekproefplan indien voldaan wordt aan de in dit plan gestelde voorschriften.
2. Doel
Het doel van dit steekproefplan is om te verifiëren of de weging die aan boord heeft plaats gevonden voldoende nauwkeurig is. Dit om een juiste weging te garanderen zodat de weegresultaten van de aangelande visserijproducten gebruikt kunnen worden voor het invullen van de aangifte van aanlanding, het vervoersdocument (indien van toepassing), de verkoopdocumenten en de aangifte van overname.
3. Wettelijke basis
Artikel 60 (3) van de Controleverordening en artikel 76 (2) in samenhang met bijlage XX van de Uitvoeringsverordening.
4. Begrippen en definities
Voor het begrippenkader wordt verwezen naar de definities die zijn opgenomen in artikel 4 van de Controleverordening en artikel 2 van de Uitvoeringsverordening. Een korte opsomming van veelvoorkomende begrippen in dit steekproefplan:
- •
‘marktdeelnemer’: de natuurlijke of rechtspersoon die een bedrijf runt of bezit waarvan de activiteiten betrekking hebben op een stadium van de productie-, verwerkings-, afzet-, distributie- en detailhandelsketen voor visserij- en aquacultuurproducten;
- •
‘partij’: een hoeveelheid visserij- en aquacultuurproducten van een bepaalde soort van dezelfde aanbiedingsvorm, afkomstig uit hetzelfde betrokken geografische gebied en van hetzelfde vissersvaartuig, dezelfde groep vissersvaartuigen of dezelfde aquacultuurproductie-eenheid;
- •
‘aanlanden’: het voor de eerste keer lossen van een hoeveelheid visserijproducten, van een vissersvaartuig naar de wal;
- •
‘risicobeheer’: het systematisch in kaart brengen van risico’s en het toepassen van alle maatregelen die vereist zijn om het optreden van deze risico’s te beperken. Dit omvat activiteiten zoals het verzamelen van gegevens en informatie, het analyseren en beoordelen van risico’s, het uitstippelen en ondernemen van acties, en het regelmatig toezicht houden op en evalueren van het proces en de procesresultaten, op basis van internationale en nationale bronnen en strategieën;
- •
‘risico’: de waarschijnlijkheid dat zich een gebeurtenis zal voordoen die een inbreuk op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid vormt;
- •
‘controle’: toezicht en bewaking;
- •
‘inspectie’: elke verificatie die functionarissen uitvoeren om na te gaan of de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd en waarvan de resultaten in een inspectieverslag worden neergelegd;
- •
‘bewaking’: : observatie van visserijactiviteiten op basis van waarnemingen door inspectievaartuigen of officiële vliegtuigen en technische constaterings- en identificatiemethoden;
- •
‘Inspecteur’: een functionaris die door een nationale autoriteit, de Commissie of het Communautair Bureau voor visserijcontrole is gemachtigd om een inspectie uit te voeren;
- •
‘bevoegde autoriteit’: de centrale autoriteit van een lidstaat die bevoegd is om ervoor te zorgen dat aan de vereisten van deze verordening wordt voldaan, elke andere autoriteit waaraan die centrale autoriteit haar bevoegdheid heeft gedelegeerd, of de overeenkomstige autoriteit van een derde land.
5. Uitwerking steekproefplan
5.1. Voorschriften marktdeelnemers, kapitein en eigenaar vissersvaartuig
Om gebruik te kunnen maken van het Nederlandse steekproefplan gelden voorschriften voor de marktdeelnemers die betrokken zijn bij de weging aan boord, de aanlanding en het uitvoeren van de weging op het moment van die aanlanding. De voorschriften voor de verschillende marktdeelnemers worden hieronder nader toegelicht.
5.1.1. Voorschriften kapitein/eigenaar vissersvaartuig
- •
De weging van visserijproducten aan boord mag alleen plaatsvinden op weegapparatuur die ten genoegen van de Minister is goedgekeurd2.;
- •
Het vissersvaartuig moet beschikken over een ontheffing ‘weging bij aanlanding’ om te mogen wegen aan boord. Voornoemde ontheffing wordt afgegeven namens de Minister door de RVO;
- •
Deze ontheffing ’weging bij aanlanding’ (document) dient aan boord te zijn van het desbetreffend vissersvaartuig en op verzoek van de functionaris (inspecteur) te worden getoond;
- •
De kapitein/eigenaar moet ervoor zorg dragen dat de weegapparatuur aan boord ten allen tijde voldoet aan de gestelde wettelijke verplichtingen3.;
- •
Alle aan boord gehouden vis dient direct na de vangst gesorteerd, gewogen en ingedeeld te worden in grootteklassen4.;
- •
Iedere viskist met vis dient direct na weging aan boord voorzien te worden van een etiket met informatie over het gewicht per kist, vissoort, grootteklasse en datum van weging. Daarnaast dient elke partij van traceerbaarheidsinformatie (art. 58 Controleverordening en art. 67 Uitvoeringsverordening) voorzien te zijn;
- •
Het weegresultaat per viskist dient opgenomen te worden in het weegregister wat door de kapitein wordt bijgehouden;
- •
Het weegregister wordt 3 jaar door de kapitein/reder van het vissersvaartuig bewaard;
- •
De kapitein dient op verzoek de weegresultaten dan wel het weegregister aan te leveren aan de bevoegde autoriteiten (NVWA);
- •
De totalen van de weegresultaten uit het weegregister per vissoort per dag worden gebruikt voor de invulling van de dagelijkse vangstopgave (registratie in het elektronische vangst registratie systeem (ERS) aan boord van het vissersvaartuig middels FAR bericht);
- •
De kapitein is verantwoordelijk voor het nauwkeurig wegen aan boord, het registreren van de opgegeven weegresultaten (ERS en Weegregister) en het laten uitvoeren van de steekproefweging bij aanlanding;
- •
De kapitein zorgt ervoor dat de vastgestelde weegresultaten worden gebruikt voor de invulling van de aangifte van aanlanding zoals omschreven in art 60(5) van de Controleverordening;
- •
Een steekproefweging mag alleen bij aanlanding plaatsvinden op een EG-erkend levensmiddelenbedrijf (visafslag of een ander EG erkend levensmiddelenbedrijf).
- •
De kapitein is er verantwoordelijk voor dat alle aangelande vis bij de weegapparatuur (waar de steekproefweging wordt uitgevoerd) wordt opgesteld in partijen per vissoort;
Voor de betrokken kapitein/eigenaar van een vissersvaartuig en andere betrokken marktdeelnemers geldt tevens dat zij moeten voldoen aan de voorschriften in de Uitvoeringsregeling zeevisserij, in samenhang met de Controleverordening en de Uitvoeringsverordening.
5.1.2. Voorschriften voor kapiteins met vissersvaartuig afkomstig uit andere EU lidstaat
Een EU vissersvaartuig afkomstig uit een andere lidstaat mag in Nederland aanlanden en gebruik maken van dit Nederlandse steekproefplan mits hij voldoet aan bovengenoemde voorschriften. Daarnaast moet de kapitein voorafgaande aan de aanlanding het volgende aantonen:
- •
De bevoegde autoriteiten van de desbetreffende EU vlaggenstaat beschikken over een door de COM goedgekeurd steekproefplan voor het wegen aan boord;
- •
De kapitein van het vissersvaartuig toont de marktdeelnemer en/of de NVWA een document van de autoriteit van de EU vlaggenstaat dat het desbetreffende vaartuig toestemming heeft om te mogen wegen aan boord.
5.1.3. Voorschriften marktdeelnemers verantwoordelijk voor de 1e afzet.
Naast de kapitein/eigenaar van het vissersvaartuig, voldoet de opvolgende (geregistreerde) marktdeelnemer zoals geregistreerde kopers, visafslagen of andere marktdeelnemers (EU erkende levensmiddelenbedrijven) verantwoordelijk voor de 1e afzet aan de volgende voorschriften:
- •
De steekproefweging dient plaats te vinden in de haven van aanlanding voordat de visserijproducten worden opgeslagen, vervoerd of verkocht en mag alleen uitgevoerd worden op een EU erkend levensmiddelenbedrijf (visafslag of een ander EU erkend levensmiddelenbedrijf);
- •
De marktdeelnemer controleert of het desbetreffende vissersvaartuig beschikt over een ontheffing/vergunning/toestemming van de autoriteit van de vlaggenstaat dat het desbetreffende vissersvaartuig aan boord mag wegen en dus gebruik mag maken van de steekproefweging bij aanlanding;
- •
De marktdeelnemer (EG erkend levensmiddelenbedrijf) voert de steekproefweging uit met in achtneming van de voorschriften die hygiëne en voedselveiligheid borgen;
- •
De marktdeelnemer controleert of het door de kapitein/eigenaar opgegeven aantal kisten per soort overeenkomt met het aantal kisten dat is aangeland;
- •
De marktdeelnemer is verantwoordelijk voor het correct uitvoeren van de steekproefweging;
- •
De steekproefwegingen mogen alleen plaatsvinden op weegapparatuur die ten genoegen van de Minister is goedgekeurd, geijkt en verzegeld;
- •
De marktdeelnemer houdt van elke steekproefweging een weegregister bij;
- •
De marktdeelnemer die de steekproef uitvoert, voorziet elke viskist die in de steekproef is gewogen van een eigen etiket met hierop het weegresultaat van de marktdeelnemer zelf (elke in de steekproef gewogen kist met vis krijgt dus twee etiketten);
- •
Het weegregister wordt 3 jaar door de marktdeelnemer bewaard;
- •
Wanneer bij een viskist het gewicht van de steekproefweging uitgevoerd tijdens de aanlanding afwijkt van het gewicht dat gewogen is aan boord van het vissersvaartuig, dan wel indien het aantal aangelande kisten per soort afwijkt van het aantal dat door de kapitein/eigenaar is opgegeven, dan dient de marktdeelnemer de desbetreffende vissoort bij de aanlanding in zijn geheel opnieuw te wegen (100% weging). Het weegresultaat van deze 100% weging is dan leidend en wordt gebruikt voor de invulling van de documenten als omschreven in art. 60 (5) van de Vo 1224/2009;
- •
Wanneer de weegresultaten van de steekproefweging en het aantal opgegeven kisten per soort geen afwijkingen vertoont met de door de kapitein/eigenaar verstrekte gegevens, dan worden de weegresultaten van de weging aan boord gebruikt voor de invulling van documenten als omschreven in art. 60 (5) van de Controleverordening.
5.2. Risico beoordeling
In Nederland zijn namens de Minister door de RVO 129 ontheffingen verstrekt van artikel 60 (2) van de Controleverordening. Hierdoor hebben deze vaartuigen toestemming om overeenkomstig de daaraan verbonden voorschriften visserij producten te mogen wegen aan boord. Als voldaan wordt aan de in dit plan opgenomen voorschriften mogen deze vaartuigen in afwijking van artikel 60 (2) van de Controleverordening aan boord van het vissersvaartuig blijven wegen, mits ze overeenkomstig de voorschriften van het onderhavige steekproefplan handelen, waaronder het uitvoeren van een steekproefweging op het moment van de aanlanding. De meeste vissersvaartuigen met een ontheffing van 60 (2) van de Controleverordening vissen met trawlnetten (Bodem- en pelagische trawls5.). Deze vaartuigen voeren geen steekproefwegingen bij aanlanding uit overeenkomstig de voorschriften van het onderhavige plan, maar wegen in de praktijk alle visserijproducten direct na aanlanding of zullen deze pas na transport gaan wegen, overeenkomstig de voorschriften van het op grond van artikel 61 (1) Controleverordening vastgestelde Controleplan. Naar verwachting zullen alleen de vissersvaartuigen die gebruik maken van vistuigen die tot de categorie ‘Zegen’ behoren, steekproefwegingen bij aanlanding uitvoeren overeenkomstig het onderhavige steekproefplan. Binnen dit visserij type gaat het om 17 vaartuigen die met het vistuig type ‘Schotse zegen’ (SSC)6. vissen. Het risico dat door deze vissersvaartuigen aangelande, reeds aan boord gewogen vis, afwijkingen vertoont met wegingen aan land wordt beoordeeld als laag. Redenen hiervoor zijn:
- •
Een zeer beperkt deel van de ontheffinghouders (17) zal in de praktijk wegen aan boord en overeenkomstig de voorschriften het onderhavige steekproefplan toepassen;
- •
De meerderheid van de ontheffinghouders (> 112) weegt ondanks het feit dat ze een ontheffing hebben, alle visserijproducten conform artikel 60 (2) van de Controleverordening, dan wel na vervoer overeenkomstig de voorschriften van het op grond van artikel 61 (1) Controleverordening vastgestelde Controleplan;
- •
De vis wordt aan boord gewogen op goedgekeurde weegapparatuur;
- •
De aan boord gewogen vis wordt aan boord gesorteerd op soort en grootteklasse;
- •
De viskisten worden na weging aan boord voorzien van een etiket met traceringsinformatie conform art. 58 van de Controleverordening;
- •
De steekproefweging vindt bij aanlanding plaats op een door Nederland EG erkend levensmiddelenbedrijf die beschikt over goedgekeurde, geijkte en verzegelde weegapparatuur (toezicht vindt plaats door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur);
- •
Crosschecks van vangstgegevens waarbij de aan land gewogen hoeveelheden visserijproducten hoger zijn dan de overeenkomstige aan boord gewogen hoeveelheden worden sporadisch vastgesteld.
5.3. Minimale steekproef tijdens de aanlanding
De steekproefweging wordt toegepast per vissoort. Hiervoor wordt per vissoort het aantal te wegen kisten bepaald. Het aantal kisten dat de marktdeelnemer per vissoort moet wegen is opgenomen in onderstaande tabel.
Aantal aangelande kisten per vissoort | Aantal door marktdeelnemer te wegen kisten per vissoort |
---|---|
Hoeveelheden minder dan 50 kg per soort zijn uitgesloten van de steekproefweging | 0 |
1–25 | 1 |
26–50 | 2 |
51–99 | 3 |
100 en hoger | 3 + 1 per 100 kisten |
Indien het totaal gewicht van alle aangelande soorten minder is dan 50 kg is het niet nodig een steekproef uit te voeren. De aangelande partij wordt in deze situatie in zijn geheel gewogen.
5.4. Criteria en condities van de steekproef
- •
Op het moment van de aanlanding hanteert de marktdeelnemer de door de NVWA/inspecteur verstrekte aanwijzingen over de toepassing van dit steekproefplan;
- •
De marktdeelnemer die de visserijproducten in ontvangst neemt op het moment van de aanlanding is mede verantwoordelijk voor het uitvoeren van de steekproefweging;
- •
De steekproef wordt zo genomen dat ze, voor zover mogelijk, alle visdagen van de visreis beslaan.
5.5. Weegresultaten
De kapitein is verplicht de weegresultaten die aan boord zijn verzameld te registreren en te bewaren. De marktdeelnemer die de partij in ontvangst heeft genomen op het moment van de aanlanding verzamelt en registreert de resultaten van de steekproefweging. Beide marktdeelnemers bewaren de gegevens voor een periode van 3 jaar en de gegevens worden op verzoek aan de bevoegde autoriteit verstrekt.
De kapitein van het vissersvaartuig registreert de navolgende gegevens in zijn weegregister:
- •
Datum van weging (JJJJ-MM-DD).
- •
Externe identificatienummer en naam van het vissersvaartuig;
- •
FAO code van de gewogen soorten;
- •
Aanbiedingsvorm van de gewogen visserijproducten;
- •
De in kg productgewicht uitgedrukte weegresultaten voor elke hoeveelheid van elke soort;
- •
Totaal aantal kisten per soort die zijn aangeland.
De marktdeelnemer die de steekproefweging uitvoert, registreert de navolgende gegevens in zijn weegregister:
- •
Datum van weging (JJJJ-MM-DD).
- •
Externe identificatienummer en naam van het vissersvaartuig;
- •
FAO code van de gewogen soorten;
- •
Aanbiedingsvorm van de gewogen visserijproducten;
- •
Aantal aangelande kisten per soort volgens opgave door de kapitein/eigenaar
- •
Resultaat van de telling per vissoort door de marktdeelnemer die de steekproefweging uitvoert van het daadwerkelijke aantal aangelande kisten per soort;
- •
Resultaat van de weging aan boord betreffende de voor de steekproef geselecteerde kist met vis;
- •
Resultaat van de steekproefweging voor elke kist die is geselecteerd voor de weging;
- •
Het definitief vastgestelde gewicht per vissoort (weegresultaten aan boord dan wel 100% weging ter plekke) dat gebruikt wordt voor de invulling van de documenten als genoemd in art. 60 (5) van de Vo 1224/2009.
Indien het resultaat van de telling van viskisten, dan wel de steekproefweging, per vissoort afwijkt van de opgave door de kapitein/eigenaar dient er een 100% (her-)weging van die desbetreffende vissoort ter plekke plaats te vinden.
5.6. Controles ter verificatie van de steekproef op het moment van aanlanding.
De NVWA voert bij de marktdeelnemer die de steekproef uitvoert risico gebaseerde controles uit om te beoordelen of er gewerkt wordt in overeenstemming met het steekproefplan. Daarnaast verricht de NVWA kruiscontroles tussen de weegresultaten van de steekproefweging en de weging aan boord. De uitkomsten hiervan worden ook meegenomen in de risico analyse.
Voor het selecteren van een risico gebaseerde controle worden de volgende parameters meegenomen:
- •
Aantal aanlandingen;
- •
Soorten vis die worden aangeland (quota / non quota soorten);
- •
Resultaten van kruiscontroles;
- •
Historie over het vaartuig betreffende het naleven van de regels van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB);
- •
Seizoensinvloeden;
- •
Visserijtechniek (vistuig).
Iedere maand organiseren de betrokken visserij inspecteurs meetings om de monitoringresultaten te bespreken en inspectie prioriteiten te stellen voor de opvolgende maand. Tijdens de meetings worden overtredingen van het GVB meegewogen en daar waar nodig follow up inspecties gepland.
Het maandelijkse overleg selecteert de visserij ondernemingen die de voorschriften van het steekproefplan overtreden. Voor deze ondernemingen wordt een proces gestart om de ontheffing op de verplichting om bij aanlanding een volledige weging uit te voeren en toestemming om visserijproducten te mogen wegen aan boord in te trekken.
5.7. Interventie
Marktdeelnemers die de voorschriften van het steekproefplan overtreden zullen strafrechtelijk en/of bestuursrechtelijk vervolgd worden. In het kader van bestuursrechtelijke sanctionering bestaat tevens de mogelijkheid de ontheffing om te mogen wegen aan boord tijdelijk te schorsen of definitief in te trekken.
Voetnoten
Volgens de Uitvoeringsregeling zeevisserij en de Metrologiewet.
Volgens de Uitvoeringsregeling zeevisserij en de Metrologiewet.
Verordening (EG) Nr. 2406/96 VAN DE RAAD van 26 november 1996 houdende vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde visserijproducten.
Bijlage XI van de Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011.
Verordening (EG) Nr. 2406/96 VAN DE RAAD van 26 november 1996 houdende vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde visserijproducten.