Einde inhoudsopgave
Convenant bodemsanering in gebruik zijnde en blijvende bedrijfsterreinen
Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2001
- Bronpublicatie:
11-06-2001, Internet 2001, www.vrom.nl (uitgifte: 11-06-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-06-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2001, Internet 2001, www.vrom.nl (uitgifte: 11-06-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
VNO-NCW
Ministerie van Economische Zaken
MKB-Nederland
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Interprovinciaal Overleg
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bodem
7.1.
Onvoorziene omstandigheden die met zich brengen dat ongewijzigde uitvoering van dit convenant naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet (meer) vereist kan worden, kunnen leiden tot (gedeeltelijke) wijziging of (gedeeltelijke) ontbinding van dit convenant.
7.2.
De partij bij dit convenant aan wiens zijde een omstandigheid als bedoeld in artikel 7.1 opkomt, is gehouden de andere partijen bij dit convenant daarvan onmiddellijk schriftelijk in kennis te stellen en voorafgaand aan een eventueel beroep in rechte op onvoorziene omstandigheden in overleg te treden met de andere partijen bij dit convenant teneinde de ontstane situatie en de consequenties daarvan te beperken en zo spoedig mogelijk in onderling overleg op te lossen in de geest van dit convenant.