Richtlijn 2002/55/EG betreffende het in de handel brengen van groentezaad
Artikel 36
Geldend vanaf 09-08-2002
- Bronpublicatie:
13-06-2002, PbEG 2002, L 193 (uitgifte: 20-07-2002, regelingnummer: 2002/55/EG)
- Inwerkingtreding
09-08-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2002, PbEG 2002, L 193 (uitgifte: 20-07-2002, regelingnummer: 2002/55/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De lidstaten schrijven voor dat groentezaad:
- —
dat rechtstreeks afkomstig is van basiszaad of gecertificeerd zaad dat officieel is goedgekeurd in één of meer lidstaten of in een derde land dat krachtens artikel 37, lid 1, onder d), gelijkstelling heeft verkregen, of dat rechtstreeks afkomstig is van kruising van basiszaad dat officieel is goedgekeurd in een lidstaat met basiszaad dat officieel is goedgekeurd in een dergelijk derde land en
- —
dat in een andere lidstaat is geoogst,
op verzoek, en onverminderd de andere bepalingen van deze richtlijn, in elke lidstaat officieel wordt goedgekeurd als gecertificeerd zaad, wanneer het is onderworpen an een veldkeuring die voldoet aan de in bijlage I voor de betrokken categorie vermelde voorwaarden en wanneer bij een officieel onderzoek is vastgesteld dat het voldoet aan de in bijlage II voor dezelfde categorie vastgestelde voorwaarden.
Wanneer in dergelijke gevallen het zaad rechtstreeks is gewonnen uit officieel goedgekeurd zaad van vermeerderingen die aan het basiszaad voorafgaan, kunnen de lidstaten ook machtiging verlenen voor de officiële goedkeuring als basiszaad, als voldaan is aan de voor deze categorie vastgestelde voorwaarden.
2.
Groentezaad dat is geoogst in de Gemeenschap en is bestemd voor goedkeuring overeenkomstig lid 1, moet:
- —
worden verpakt en voorzien van een officieel etiket dat voldoet aan de voorwaarden van bijlage V, onder A en B, overeenkomstig de bepalingen van artikel 27, lid 1, en
- —
vergezeld gaan van een officieel document dat voldoet aan de voorwaarden van bijlage V, deel C.
De bepalingen van het eerste streepje inzake verpakking en etikettering behoeven niet te worden toegepast indien de voor de veldkeuring verantwoordelijke autoriteiten, de autoriteiten die de documenten voor niet definitief gecertificeerde zaden met het oog op certificering opstellen en de voor de certificering verantwoordelijke autoriteiten dezelfde zijn of indien deze autoriteiten het over de ontheffing eens zijn.
3.
De lidstaten schrijven eveneens voor dat groentezaad:
- —
dat rechtstreeks afkomstig is van basiszaad of gecertificeerd zaad dat officieel is goedgekeurd in één of meer lidstaten of in een derde land dat krachtens artikel 37, lid 1, onder d), gelijkstelling heeft verkregen, of dat rechtstreeks afkomstig is van kruising van basiszaad dat officieel is goedgekeurd in een lidstaat met basiszaad dat officieel is goedgekeurd in een dergelijk derde land, en
- —
dat in een derde land is geoogst,
op verzoek in iedere lidstaat waarin het basiszaad is voortgebracht of officieel goedgekeurd, officieel wordt goedgekeurd als gecertificeerd zaad, indien het is onderworpen aan een veldkeuring die voldoet aan de voorwaarden die voor de betrokken categorie zijn vastgesteld in een krachtens artikel 37, lid 1, onder a), vastgestelde beschikking betreffende de gelijkstelling, en indien bij een officieel onderzoek is vastgesteld dat het voldoet aan de in bijlage II voor dezelfde categorie vastgestelde voorwaarden. Ook andere lidstaten kunnen toestaan dat dergelijk zaad officieel wordt goedgekeurd.