Einde inhoudsopgave
Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie
Artikel 62
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
06-06-2024, Stb. 2024, 163 (uitgifte: 17-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-06-2024, Stb. 2024, 163 (uitgifte: 17-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
De subsidie-ontvanger realiseert en exploiteert de productie-installatie overeenkomstig de gegevens zoals ingediend bij de aanvraag om subsidie.
2.
De verplichting bedoeld in het eerste lid, geldt tot aan de dag waarop de subsidie wordt vastgesteld.
3.
Onze Minister kan voor het vertragen, het essentieel wijzigen of het stopzetten van de realisatie of exploitatie van de productie-installatie in afwijking van de gegevens zoals ingediend bij de aanvraag om subsidie op voorafgaand verzoek van de subsidie-ontvanger schriftelijk ontheffing verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid. Aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden. Een ontheffing wordt niet verleend voor zover dit zou inhouden dat de subsidie-ontvanger de productie-installatie later in gebruik neemt dan twee jaar na de dag waarop krachtens artikel 61, eerste lid, de productie-installatie in gebruik dient te zijn genomen.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere verplichtingen voor de subsidie-ontvanger worden opgelegd, die kunnen verschillen per categorie of vermogen van productie-installaties.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere verplichtingen voor de subsidie-ontvanger worden opgelegd in het geval dat:
- a.
de subsidie-aanvrager een samenwerkingsverband is;
- b.
een subsidie-aanvrager, krachtens artikel 56, vijfde lid, niet hoeft te voldoen aan artikel 56, vierde lid, onderdeel d.
6.
In het geval voor een categorie productie-installaties een opbrengstgrensbedrag als bedoeld in artikel 12a, artikel 29a of artikel 45a is vastgesteld, zijn voor het aantal kWh dat in een kalenderjaar voor subsidie in aanmerking komt en dat binnen dat aantal kWh daadwerkelijk door de subsidie-ontvanger is geproduceerd, met inachtneming van de toepassing van artikel 15, derde lid, artikel 32, derde lid of artikel 48, derde lid, garanties van oorsprong verstrekt.