Uitvoeringsbesluit Wtza
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
17-03-2021, Stb. 2021, 159 (uitgifte: 31-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2021, Stb. 2021, 344 (uitgifte: 14-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Artikel 3, eerste lid, van de wet is niet van toepassing op:
- a.
academische ziekenhuizen;
- b.
instellingen die op grond van de Wet forensische zorg zijn aangewezen als private instelling voor de verpleging van ter beschikking gestelden en particuliere inrichtingen als bedoeld in de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;
- c.
instellingen waar cliënten verblijven waarvan de zorg uitsluitend wordt bekostigd uit een persoonsgebonden budget, indien de meerderheid van de zeggenschap in de dagelijkse of algemene leiding van die instelling is belegd bij de cliënten die in die instelling verblijven, hun wettelijke vertegenwoordigers of bloed- of aanverwanten;
- d.
instellingen die in de regel met tien of minder zorgverleners zorg verlenen of doen verlenen;
- e.
instellingen waarin cliënten niet gedurende ten minste een etmaal kunnen verblijven en die in de regel met vijfentwintig of minder zorgverleners zorg of een andere dienst als omschreven bij of krachtens de Wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet verlenen of doen verlenen indien geen sprake is van:
- 1°
medisch specialistische zorg; of
- 2°
persoonlijke verzorging, begeleiding of verpleging als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet langdurige zorg of artikel 2.10 van het Besluit zorgverzekering.