Einde inhoudsopgave
Procedure en werkwijze van het Instituut Mijnbouwschade Groningen 2022
Artikel 3.5 Finaal karakter vergoeding
Geldend
Geldend vanaf 09-02-2024. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
15-01-2024, Stcrt. 2024, 2029 (uitgifte: 08-02-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
09-02-2024, terugwerkend tot: 01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-01-2024, Stcrt. 2024, 2029 (uitgifte: 08-02-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
1.
In de door het Instituut toegekende vergoeding voor de waardedaling van een woning zijn de goede en kwade kansen op toekomstige aardbevingen verdisconteerd. De vergoeding betreft daarom een volledige en eenmalige vergoeding voor de waardedaling van de woning en heeft een finaal karakter.
2.
Het Instituut zal de toegekende vergoeding niet herzien, indien later blijkt dat de waardedaling anders zou moeten worden begroot of indien blijkt dat de waardedaling is toe- of afgenomen.
3.
Het Instituut zal zijn besluit tot toekenning van een vergoeding voor waardedaling uitsluitend, desgevraagd en in weerwil van dit finale karakter, kunnen heroverwegen indien na inwerkingtreding van deze werkwijze bevingen optreden die van dien aard zijn dat die op 1 januari 2021 onvoorzienbaar geacht moesten worden én daaruit onvoorzienbare en substantiële prijseffecten voortvloeien.
4.
Het Instituut is van oordeel dat bevingen en de daaruit voortvloeiende prijseffecten als voorzienbaar moeten worden beschouwd, en dus geen aanleiding vormen om de toegekende vergoeding voor waardedaling te heroverwegen, indien deze bevingen een magnitude hebben van minder dan 4, tenzij binnen een periode van 365 aaneengesloten kalenderdagen ten minste twee bevingen optreden met een magnitude van 3,6 op de schaal van Richter of meer.