Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen
Artikel 3 Grensoverschrijdende zaken
Geldend
Geldend vanaf 13-01-2016
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 14-07-2017.
- Bronpublicatie:
16-12-2015, PbEU 2015, L 341 (uitgifte: 24-12-2015, regelingnummer: 2015/2421)
- Inwerkingtreding
13-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2015, PbEU 2015, L 341 (uitgifte: 24-12-2015, regelingnummer: 2015/2421)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Algemeen
1.
In deze verordening wordt onder grensoverschrijdende zaak verstaan, een zaak waarin ten minste een van de partijen haar woonplaats of haar gewone verblijfplaats heeft in een andere lidstaat dan de lidstaat van het aangezochte gerecht.
2.
De woonplaats wordt bepaald overeenkomstig de artikelen 62 en 63 van Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1).
3.
De datum waarop het vorderingsformulier door het bevoegde gerecht wordt ontvangen, is het relevante tijdstip om te bepalen of een zaak een grensoverschrijdende zaak is.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1).