Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1139 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 en Verordening (EEG) nr. 3922/91
Artikel 76 Maatregelen van het Agentschap
Geldend
Geldend vanaf 11-09-2018
- Bronpublicatie:
04-07-2018, PbEU 2018, L 212 (uitgifte: 22-08-2018, regelingnummer: 2018/1139)
- Inwerkingtreding
11-09-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2018, PbEU 2018, L 212 (uitgifte: 22-08-2018, regelingnummer: 2018/1139)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
Op verzoek verleent het Agentschap de Commissie bijstand bij het voorbereiden van voorstellen voor wijzigingen van deze verordening en van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen die op grond van deze verordening worden vastgesteld, overeenkomstig de beginselen van artikel 4. De documenten die het Agentschap daartoe bij de Commissie indient, nemen de vorm aan van adviezen.
2.
Het Agentschap stelt aanbevelingen aan de Commissie op met het oog op de toepassing van de artikelen 70 en 71.
3.
In overeenstemming met artikel 115 en met de toepasselijke gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen die op basis van deze verordening zijn vastgesteld, stelt het Agentschap certificeringsspecificaties en andere gedetailleerde specificaties, aanvaardbare wijzen van naleving en richtsnoeren voor de toepassing van deze verordening en de op basis daarvan vastgestelde gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen op.
4.
Het Agentschap neemt de besluiten die nodig zijn voor de toepassing van lid 6 van dit artikel, de artikelen 77 tot en met 83, 85 en 126 en voor taken die aan het Agentschap zijn toegewezen krachtens de artikelen 64 en 65.
Het Agentschap mag ontheffingen toekennen aan alle natuurlijke en rechtspersonen aan wie het een certificaat heeft afgegeven in de omstandigheden en onder de voorwaarden van artikel 71, lid 1.
In dat geval stelt het Agentschap de Commissie en de lidstaten via het bij artikel 74 ingestelde register onmiddellijk in kennis van de toegekende ontheffingen, de redenen voor de toekenning ervan en, voor zover van toepassing, de nodige beperkende maatregelen die zijn toegepast.
Indien een ontheffing toegekend is voor een periode van meer dan acht opeenvolgende maanden of indien het Agentschap dezelfde ontheffing herhaaldelijk heeft toegekend en de totale duur ervan meer dan acht maanden bedraagt, gaat de Commissie na of de voorwaarden van artikel 71, lid 1, zijn vervuld. Indien zij van oordeel is dat dit niet het geval is, stelt de Commissie uitvoeringsbesluiten in die zin vast. Die uitvoeringsbesluiten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en door het Agentschap in het bij artikel 74 opgezette register opgenomen.
Na kennisgeving van deze uitvoeringshandeling trekt het Agentschap de ontheffing onmiddellijk in.
5.
Het Agentschap stelt verslagen op over de inspecties en andere monitoringactiviteiten die krachtens artikel 85 zijn uitgevoerd.
6.
Het Agentschap reageert onverwijld op een dringend veiligheidsprobleem dat binnen het toepassingsgebied van deze verordening valt, door:
- a)
het vaststellen van corrigerende maatregelen die moeten worden genomen door natuurlijke en rechtspersonen voor wie het Agentschap als bevoegde autoriteit optreedt, en door het verspreiden van daarmee verband houdende informatie onder die personen, met inbegrip van richtsnoeren of aanbevelingen, voor zover dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 1; het Agentschap kan ook veiligheidsbulletins publiceren met niet-bindende informatie of aanbevelingen voor andere natuurlijke en rechtspersonen die bij luchtvaartactiviteiten betrokken zijn;
- b)
het vaststellen van te verwezenlijken veiligheidsdoelstellingen en het aanbevelen van te nemen corrigerende maatregelen die nationale bevoegde autoriteiten kunnen nemen, en door het verspreiden van daarmee verband houdende informatie onder die nationale bevoegde autoriteiten, voor zover dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 1.
Met betrekking tot punt b) stellen de nationale bevoegde autoriteiten het Agentschap zonder onnodige vertraging in kennis van de maatregelen die zijn genomen om die veiligheidsdoelstellingen van het Agentschap te verwezenlijken. Bij problemen die meer dan één lidstaat treffen, werken de nationale bevoegde autoriteiten voorts samen met het Agentschap om ervoor te zorgen dat die maatregelen op een gecoördineerde manier worden genomen.
7.
Het Agentschap brengt advies uit over de afzonderlijke vliegtijdspecificatieschema's die door de lidstaten zijn voorgesteld krachtens de overeenkomstig artikel 32, lid 1, onder b), vastgestelde gedelegeerde handelingen voor zover die schema's afwijken van de door het Agentschap vastgestelde certificeringsspecificaties.