Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/24/EU plaatsen van overheidsopdrachten en intrekking Richtlijn 2004/18/EU
Artikel 51 Opmaak en wijze van bekendmaking van aankondigingen
Geldend
Geldend vanaf 17-04-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/24/EU)
- Inwerkingtreding
17-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/24/EU)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Europees aanbestedingsrecht
Aanbestedingsrecht / Overheidsopdrachten
1.
De in de artikelen 48, 49 en 50 bedoelde aankondigingen bevatten de in bijlage V genoemde informatie, in de vorm van standaardformulieren, met inbegrip van standaardformulieren voor correcties.
De Commissie stelt deze standaardformulieren vast door middel van uitvoeringshandelingen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 89, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.
2.
De in de artikelen 48, 49 en 50 bedoelde aankondigingen worden opgesteld, met elektronische middelen aan het Bureau voor publicaties van de Europese Unie gezonden en overeenkomstig bijlage VIII bekendgemaakt. Aankondigingen worden uiterlijk vijf dagen na verzending bekendgemaakt. De kosten voor de bekendmaking van de aankondigingen door het Bureau voor publicaties van de Europese Unie worden gedragen door de Unie.
3.
De in de artikelen 48, 49 en 50 bedoelde aankondigingen worden onverkort bekendgemaakt in de door de aanbestedende dienst gekozen officiële taal/talen van de instellingen van de Unie. Alleen de tekst in deze taalversie of taalversies is authentiek. Een samenvatting met de belangrijke gegevens van elke aankondiging wordt in de andere officiële talen van de instellingen van de Unie bekendgemaakt.
4.
Het Bureau voor publicaties van de Europese Unie zorgt voor herhaalde bekendmaking van de volledige tekst en de samenvatting van vooraankondigingen als bedoeld in artikel 48, lid 2, en oproepen tot mededinging waarbij een dynamisch aankoopsysteem wordt opgezet als bedoeld in artikel 34, lid 4, onder a):
- a)
in het geval van vooraankondigingen, gedurende twaalf maanden of tot de ontvangst van een aankondiging van een gegunde opdracht overeenkomstig artikel 50, waarin wordt vermeld dat er geen verdere opdrachten worden gegund gedurende de periode van twaalf maanden waarop de oproep tot mededinging betrekking heeft. In het geval van overheidsopdrachten voor sociale en andere specifieke diensten, wordt voortgegaan met de publicatie van de vooraankondiging bedoeld in artikel 75, lid 1, onder b), tot het einde van de oorspronkelijk aangegeven geldigheidstermijn of tot de ontvangst van een aankondiging gegunde opdracht overeenkomstig artikel 50 waarin staat dat geen verdere opdrachten zullen worden gegund gedurende de periode waarop de oproep tot mededinging betrekking heeft;
- b)
in het geval van oproepen tot mededinging waarbij een dynamisch aankoopsysteem wordt opgezet, voor de geldigheidsduur van het dynamisch aankoopsysteem.
5.
De aanbestedende diensten moeten de verzenddatum van de aankondigingen kunnen bewijzen.
Het Bureau voor publicaties van de Europese Unie verstrekt de aanbestedende dienst een bevestiging van ontvangst van de aankondiging en van bekendmaking van de verzonden informatie, met vermelding van de datum van bekendmaking. Deze bevestiging vormt het bewijs van de bekendmaking.
6.
Aanbestedende diensten kunnen aankondigingen van opdrachten voor werken, leveringen of diensten bekendmaken die niet onder de in deze richtlijn voorgeschreven bekendmakingsvoorschriften vallen, mits deze aankondigingen in elektronische vorm aan het Bureau voor publicaties van de Europese Unie worden gezonden in het formaat en op de wijze als omschreven in bijlage VIII.