Einde inhoudsopgave
Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming
Artikel 21 Preventie- en paraatheidsacties die in aanmerking komen voor financiële bijstand
Geldend
Geldend vanaf 26-05-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2021.
- Bronpublicatie:
20-05-2021, PbEU 2021, L 185 (uitgifte: 26-05-2021, regelingnummer: 2021/836)
- Inwerkingtreding
26-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2021, PbEU 2021, L 185 (uitgifte: 26-05-2021, regelingnummer: 2021/836)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
De volgende preventie- en paraatheidsacties komen in aanmerking voor financiële bijstand:
- a)
de medefinanciering van projecten, studies, workshops, onderzoeken en soortgelijke maatregelen en activiteiten als bedoeld in artikel 5;
- b)
de medefinanciering van collegiale toetsingen als bedoeld in artikel 6, onder j) van[lees: onder d), en]artikel 8[lees: artikel 8, onder j)];
- c)
zorg dragen voor de vervulling van de taken van het ERCC, overeenkomstig artikel 8, onder a);
- d)
voorbereiden van het mobiliseren en uitzenden van de deskundigenteams als bedoeld in artikel 8, onder d), en artikel 17, en ontwikkelen en in stand houden van piekcapaciteit door een netwerk van opgeleide deskundigen van de lidstaten, als bedoeld in artikel 8, onder f);
- e)
opzetten en onderhouden van het CECIS en van andere instrumenten voor communicatie en informatie-uitwisseling tussen het ERCC, de contactpunten van de lidstaten en andere deelnemers in het kader van het Uniemechanisme;
- f)
bijdragen tot de ontwikkeling van transnationale systemen van Europees belang voor opsporing, vroegtijdige waarschuwing en alarmering om snel te kunnen reageren, alsmede bevorderen van het koppelen van de nationale systemen voor vroegtijdige waarschuwing en alarmering aan elkaar en aan het ERCC en het CECIS. Hierbij moet rekening worden gehouden met en voortgebouwd worden op bestaande en toekomstige bronnen en systemen voor informatievergaring, monitoring endetectie;
- g)
ontwikkelen van planning op het gebied van rampenrisicobeheer , als bedoeld in artikel 10;
- h)
ondersteunen van de activiteiten inzake paraatheid, als bedoeld in artikel 13;
- i)
ontwikkelen van de Europese pool voor civiele bescherming, als bedoeld in artikel 11, overeenkomstig lid 2 van dit artikel.
- j)
opzetten, beheren en in stand houden van rescEU-capaciteit overeenkomstig artikel 12;
- k)
zorgen voor de beschikbaarheid van logistieke ondersteuning voor de deskundigenteams als bedoeld in artikel 17, lid 1,
- l)
faciliteren van de coördinatie van het vooraf opslaan door de lidstaten van responscapaciteit bij rampen binnen de Unie, als bedoeld in artikel 8, onder g); en
- m)
ondersteunen van de verstrekking, op verzoek van een lidstaat, een derde land, de Verenigde Naties of een VN-organisatie, van advies over preventie- en paraatheidsmaatregelen door het uitzenden van een deskundigenteam, als bedoeld in artikel 5, lid 2, en artikel 13, lid 3.
2.
Het in aanmerking komen voor financiële bijstand van de actie bedoeld in punt i) van lid 1 wordt beperkt tot:
- a)
kosten op het niveau van de Unie voor het opzetten en beheren van de Europese pool voor civiele bescherming en de daarmee samenhangende processen, als bedoeld in artikel 11.
- b)
de kosten voor de verplichte opleidingscursussen, oefeningen en workshops voor de certificering van de responscapaciteiten die de lidstaten beschikbaar stellen voor de Europese pool voor civiele bescherming (‘certificeringskosten’). De certificeringskosten bestaan uit een bijdrage in de kosten per eenheid of forfaitaire bedragen per soort capaciteit en kan oplopen tot 100 procent van de kosten die voor financiering in aanmerking komen.
- c)
kosten die samenhangen met het verbeteren of herstellen van responscapaciteit tot een staat van paraatheid en beschikbaarheid waardoor deze kan worden ingezet in het kader van de Europese pool voor civiele bescherming, conform de kwaliteitseisen voor de Europese pool voor civiele bescherming en, voor zover van toepassing, de tijdens het certificeringsproces geformuleerde aanbevelingen (‘aanpassingskosten’). Deze kosten kunnen onder meer kosten omvatten die verband houden met inzetbaarheid, interoperabiliteit van modules en andere responscapaciteit, autonomie, zelfvoorziening, vervoerbaarheid, verpakking en andere noodzakelijke kosten, mits deze specifiek samenhangen met de deelname van de capaciteit aan de Europese pool voor civiele bescherming.
Aanpassingskosten kunnen onder meer omvatten:
- i)
75 % van de voor financiële bijstand in aanmerking komende kosten bij een verbetering, mits dat bedrag niet meer bedraagt dan 50 % van de gemiddelde kosten van de ontwikkeling van de capaciteit, en
- ii)
75 % van de voor financiële bijstand in aanmerking komende kosten bij een herstel.
De responscapaciteit die financiering ontvangt uit hoofde van de punten i) en ii), wordt beschikbaar gesteld als onderdeel van de Europese pool voor civiele bescherming voor een minimale termijn die samenhangt met de ontvangen financiering en varieert tussen drie en tien jaar vanaf de daadwerkelijke beschikbaarstelling als deel van de Europese pool voor civiele bescherming, tenzij de economische levensduur ervan korter is.
De aanpassingskosten kunnen bestaan uit een bijdrage in de kosten per eenheid of uit vaste bedragen per soort capaciteit.
3.
De financiële bijstand voor de in lid 1, punt j), bedoelde actie dekt alle kosten die noodzakelijk zijn om de beschikbaarheid en inzetbaarheid van rescEU-capaciteit in het kader van het Uniemechanisme te garanderen overeenkomstig de tweede alinea van dit lid. De categorieën van voor financiële bijstand in aanmerking komende kosten die noodzakelijk zijn om de beschikbaarheid en inzetbaarheid van rescEU-capaciteit te garanderen, zijn opgenomen in bijlage I bis.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 30 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage I bis wat betreft de categorieën van voor financiële bijstand in aanmerking komende kosten.
3 bis.
De in dit artikel bedoelde financiële bijstand kan worden uitgevoerd middels meerjarige werkprogramma’s. Voor acties die langer dan één jaar duren, kunnen de begrotingsvastleggingen over jaarlijkse tranches worden verdeeld.
4.
Vervallen.
5.
De in lid 3 bedoelde kosten kunnen bestaan uit eenheidskosten, vaste bedragen of vaste percentages, bepaald per categorie of soort capaciteit, naargelang het geval.