Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 6.17 (aanwijzing vergunningplichtige gevallen: beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een oppervlaktewaterlichaam)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een waterstaatswerk te verrichten, geldt voor de activiteiten, bedoeld in artikel 6.16, eerste lid, die worden verricht in een beperkingengebied met betrekking tot een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk dat geen kanaal is, voor zover het gaat om:
- a.
het boven het maaiveld aanleggen, plaatsen, in stand houden of veranderen van een verharding die geen bouwwerk is;
- b.
het plaatsen of in stand houden van een opgaande houtbeplanting, anders dan die is omschreven in de legger, tussen 1 oktober en 1 april;
- c.
het aanleggen, plaatsen, in stand houden of veranderen van een werk om oeverafslag tegen te gaan dat boven het oeverland uitsteekt;
- d.
het bouwen of in stand houden van een steiger, vlonder of aanmeervoorziening en de voorzieningen die daarbij horen, voor zover die:
- 1°
zijn gelegen binnen de vaarweg; of
- 2°
zijn gelegen buiten de vaarweg en niet alleen door een huishouden worden gebruikt;
- e.
het permanent afmeren van een woonschip of een ander drijvend werk in een oppervlaktewaterlichaam voor zover dat bij ministeriële regeling is aangewezen;
- f.
het bouwen, aanleggen, plaatsen of in stand houden van een kabel of leiding voor zover:
- 1°
daarmee vloeibare gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 3.24 worden getransporteerd;
- 2°
die in een kunstwerk of een vaarweg ligt; of
- 3°
die wordt geplaatst met een boring die lagen met verschillende stijghoogtes doorkruist; en
- g.
het bouwen of in stand houden van een bouwwerk, het aanleggen, plaatsen, in stand houden of veranderen van een werk dat geen bouwwerk is en het plaatsen of in stand houden van een ander object, anders dan bedoeld onder a tot en met f, voor zover:
- 1°
bij een bouwwerk: de oppervlakte meer is dan 30 m2; of
- 2°
bij een werk dat geen bouwwerk is of een ander object: de oppervlakte meer is dan 30 m2 of als daarvoor een vaste fundering nodig is.
2.
Het verbod geldt voor de activiteiten, bedoeld in artikel 6.16, eerste lid, die worden verricht in een beperkingengebied met betrekking tot een kanaal in beheer bij het Rijk, voor zover het gaat om:
- a.
het bouwen of in stand houden van bouwwerken;
- b.
het aanleggen, plaatsen, in stand houden of veranderen van werken die geen bouwwerken zijn; en
- c.
het plaatsen of in stand houden van andere objecten.