Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering
Artikel 26
Geldend
Geldend van 25-06-2015 tot 10-07-2027
- Bronpublicatie:
20-05-2015, PbEU 2015, L 141 (uitgifte: 05-06-2015, regelingnummer: 2015/849)
- Inwerkingtreding
25-06-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2015, PbEU 2015, L 141 (uitgifte: 05-06-2015, regelingnummer: 2015/849)
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Belastingadviseur
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Voor de toepassing van deze afdeling wordt onder ‘derden’ verstaan, de in artikel 2 vermelde meldingsplichtige entiteiten, de ledenorganisaties of federaties van die meldingsplichtige entiteiten, of andere in een lidstaat of een derde land gesitueerde instellingen of personen die:
- a)
cliëntenonderzoeksvoorschriften en voorschriften betreffende de bewaring van bewijsstukken toepassen die in overeenstemming zijn met de voorschriften van deze richtlijn, en
- b)
wat betreft het naleven van de voorschriften van deze richtlijn, onder toezicht staan op een wijze die in overeenstemming is met afdeling 2 van hoofdstuk VI.
2.
De lidstaten verbieden de meldingsplichtige entiteiten een beroep te doen op derden die gevestigd zijn in derde landen met een hoog risico. De lidstaten kunnen vrijstelling van dat verbod verlenen aan de bijkantoren en meerderheidsdochters van meldingsplichtige entiteiten die in de Unie gevestigd zijn, indien die bijkantoren en meerderheidsdochters volledig voldoen aan de op groepsniveau geldende gedragslijnen en procedures overeenkomstig artikel 45.