Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart
Artikel 32 Bewijzen van bevoegdheid van personeel
Geldend
Geldend vanaf 04-04-1947
- Bronpublicatie:
07-12-1944, Stb. 1947, H 165 (uitgifte: 04-07-1947, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-04-1947
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1954, Trb. 1954, 18 (uitgifte: 01-01-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Douane (V)
(a)
De bestuurder van elk luchtvaartuig en de andere leden van de bemanning van elk luchtvaartuig gebruikt in de internationale luchtvaart, moeten in het bezit zijn van bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen uitgereikt of geldig verklaard door de Staat waarin het luchtvaartuig is ingeschreven.
(b)
Elke Verdragsluitende Staat behoudt zich het recht voor voor vluchten boven zijn eigen grondgebied de erkenning te weigeren van bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen die aan zijn onderdanen door een andere Verdragsluitende Staat zijn uitgereikt.