Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen
Artikel 4 Rechtsingang
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2024
- Redactionele toelichting
Word toegepast vanaf 01-05-2025.
- Bronpublicatie:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2844 (uitgifte: 27-12-2023, regelingnummer: 2023/2844)
- Inwerkingtreding
16-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2844 (uitgifte: 27-12-2023, regelingnummer: 2023/2844)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Algemeen
1.
De Europese procedure voor geringe vorderingen wordt ingeleid doordat de eiser het standaardvorderings formulier A van bijlage I bij deze verordening invult en indient bij het bevoegde gerecht, hetzij rechtstreeks, hetzij per post, door middel van elektronische communicatie zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2023/2844 van het Europees Parlement en de Raad (1) of via een ander communicatiemiddel, zoals fax of elektronische post, dat wordt aanvaard door de lidstaat waar de procedure wordt ingeleid. Het vorderingsformulier bevat een beschrijving van de bewijzen ter staving van de vordering, en gaat waar nodig vergezeld van relevante, ter staving dienende stukken.
2.
De lidstaten delen de Commissie mede welke communicatiemiddelen zij aanvaarden. De Commissie maakt deze mededeling openbaar.
3.
Indien de vordering buiten het toepassingsgebied van deze verordening valt, stelt het gerecht de eiser hiervan in kennis. Tenzij de eiser de vordering intrekt, wordt deze door het gerecht behandeld overeenkomstig het procesrecht dat geldt in de lidstaat waar de procedure wordt gevoerd.
4.
Indien het gerecht de door de eiser verstrekte gegevens ontoereikend of onvoldoende duidelijk acht of indien het vorderingsformulier niet naar behoren is ingevuld, biedt het de eiser de mogelijkheid om binnen een door hem bepaalde termijn het vorderingsformulier aan te vullen of te corrigeren of bepaalde aanvullende gegevens of stukken te verstrekken, dan wel zijn vordering in te trekken, tenzij de vordering kennelijk ongegrond of het verzoek niet-ontvankelijk blijkt. Het gerecht gebruikt daartoe standaardformulier B van bijlage II.
Indien de vordering kennelijk ongegrond of het verzoek niet-ontvankelijk blijkt of indien de eiser verzuimt het vorderingsformulier binnen de vastgestelde termijn aan te vullen of te corrigeren, wordt het verzoek afgewezen. Het gerecht stelt de eiser van die afwijzing in kennis en deelt mee of er tegen deze afwijzing rechtsmiddelen openstaan.
5.
De lidstaten zorgen ervoor dat het standaardvorderingsformulier A beschikbaar is bij ieder gerecht waarbij de Europese procedure voor geringe vorderingen kan worden ingeleid, en dat het toegankelijk is via de relevante nationale websites.
Voetnoten
Verordening (EU) 2023/2844 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2023 betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking (PB L, 2023/2844, 27.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2844/oj).