Besluit aanwijzing bezwaarschriften tegen definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2017 als massaal bezwaar
1 Inleiding
Geldend
Geldend vanaf 14-07-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 07-07-2018
- Bronpublicatie:
07-07-2018, Stcrt. 2018, 39781 (uitgifte: 13-07-2018, regelingnummer: 2018-12775)
- Inwerkingtreding
14-07-2018, terugwerkend tot: 07-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2018, Stcrt. 2018, 39781 (uitgifte: 13-07-2018, regelingnummer: 2018-12775)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Op 26 juni 2015 is het besluit Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting als massaal bezwaar (Stcrt. 2015, 18400) in werking getreden. Het besluit van 26 juni 2015 ziet uitsluitend op bezwaren tegen definitieve aanslagen inkomstenbelasting waarin de vermogensrendementsheffing (box 3-heffing) op spaarsaldi is berekend op basis van een forfaitair rendement van vier procent. Concreet betreft de aanwijzing dus de belastingjaren tot en met 2016. Met ingang van 1 januari 2017 is namelijk de tekst van artikel 5.2, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) ingrijpend gewijzigd, waardoor de vaststelling van de hoogte van het forfaitaire rendement op een andere wijze plaatsvindt. De lopende procedures betreffende de jaren tot en met 2016 kunnen dus niet beslissend zijn voor de bezwaren tegen de definitieve aanslagen inkomstenbelasting voor het belastingjaar 2017 (en later).
De Bond voor Belastingbetalers heeft op 9 mei jl. een oproep gedaan aan belastingplichtigen om bezwaar te maken tegen de vermogensrendementsheffing in de aanslag inkomstenbelasting 2017. De Belastingdienst verwacht mede daardoor dat veel belastingplichtigen (ook) bezwaar zullen maken tegen de aanslag inkomstenbelasting 2017. In mijn brief aan de Tweede Kamer van 31 mei 20181. heb ik meegedeeld dat wordt gewerkt aan een aanwijzing massaal bezwaar voor bezwaarschriften tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2017. In dit besluit is deze aanwijzing opgenomen. Met het oog op een efficiënte en eenduidige afdoening wijs ik de bezwaarschriften die betrekking hebben op de in onderdeel 2 vermelde rechtsvraag aan als massaal bezwaar in de zin van artikel 25c AWR.
Voetnoten